Tags
De politiek moet weer draaien om een strijd tussen ideeën (Thijs Broer, Column vrijdag/ Vrij Nederland, 29 maart 24)
In zijn boek Waardenloze politiek trekt de Amsterdamse politicoloog Tom van der Meer van leer tegen de technocratie van de middenpartijen. Terecht, schrijft Thijs Broer: de politiek moet weer draaien om een strijd tussen ideeën.
In het voorjaar van 2016 deed ik met Max van Weezel voor Vrij Nederland een interview met Alexander Gauland, één van de leiders van Alternative für Deutschland, de rechts-populistische partij die toen net was begonnen aan een onstuitbare opmars. Toen we Gauland in zijn werkvertrekken in Potsdam vroegen naar het succes van zijn AfD, zei hij: ‘In de Bondsrepubliek is de situatie ontstaan dat alle partijen maar één politieke richting vertegenwoordigen. Ze willen allemaal hetzelfde. Angela Merkel zegt ook: voor mij en mijn politiek is er geen alternatief’– gevolgd door een litanie over zijn eigen politieke lotgevallen: hoe hij enige jaren eerder als prominent lid van Merkels CDU geprobeerd had de partij een meer conservatieve koers te laten varen, en hoe daar door de adviseurs van Merkel met totale minachting op was gereageerd. ‘Ze zeiden: we hoeven helemaal geen rekening met u te houden, want de conservatieve kiezers hebben toch geen alternatief, ze zullen altijd op de CDU stemmen. Toen ben ik opgestapt. Ik wil niet ijdel klinken, maar het geeft me voldoening dat we met de AfD nu laten zien dat die analyse van de CDU-top een reusachtige blunder was.’
*Deze uitspraken van bijna 10 jaar geleden getuigen ook van een ongelofelijk amateurisme, even erg als in ons land en overal trouwens.
Aan de machteloze woede van Gauland over de ‘politiek zonder alternatief’ van Angela Merkel en het Alternative für Deutschland dat hij daar tegenover stelde moest ik weer denken toen ik het nieuwe boek van Tom van der Meer las. In Waardenloze politiek. Hoe de Nederlandse politiek de kunst van het conflict verloor zet de Amsterdamse politicoloog uiteen dat de traditionele middenpartijen de opkomst van de radicale partijen op de flanken en de crisis waarin zijzelf verkeren – althans deels – aan zichzelf te wijten hebben.
*Volkomen juist!
Ga de ideeënstrijd weer aan, en zorg ervoor dat kiezers weer iets te kiezen hebben.
Sinds het aantreden van het kabinet Rutte-II in 2012 werd Nederland onafgebroken geregeerd door brede middencoalities met gedetailleerde regeerakkoorden, betoogt Van der Meer. ‘De Nederlandse politiek raakte gestructureerd door de tegenstelling tussen de macht en de uitdagers, het bedrukte centrum en onmachtige flanken. En werd daarmee alternatiefloos.’ Grote politieke kwesties als de bezuinigingen tijdens de eurocrisis, het stikstofbeleid en de omgang met het toeslagenschandaal werden gepresenteerd als onontkoombaar, het technocratische beleid joeg de kiezers naar de flanken.
*Terzijde, de middenpartijen zijn niet op zichzelf zinloos, maar met leden binnen al die middenpartijen die allemaal op eigen belang uit zijn en politici die dat braaf en klakkeloos overnemen, schiet je niets op. Daarom bestaat er geen algemeen belang meer, én zijn politieke partijen ook alleen maar lobbypartijen geworden. Dat is het einde van dit bestel.
Die ontwikkeling, stelt van der Meer, is eigenlijk al gaande sinds het eind van de jaren tachtig: sindsdien trokken de gevestigde partijen steeds meer naar het midden, met technocratische politiek tot gevolg die de tegenstellingen smoorde, waardoor steeds minder kiezers zich door de traditionele partijen vertegenwoordigd voelen. Zo verloren de PvdA en de VVD eerst kiezers aan de LPF, vervolgens aan de PVV, en viel het electoraat van het CDA uiteen in NSC, BBB en wat er van het CDA overgebleven is. De afgelopen dertien jaar wist Mark Rutte met grote behendigheid de boel nog bij elkaar te houden, door compromissen te sluiten met alle kanten van het politieke spectrum, maar na zijn vertrek dreigt nu de totale besluiteloosheid, en een stuurloos land. De politiek, kortom, is de kunst van het conflict kwijtgeraakt.
*Daarvan – “, maar na zijn vertrek dreigt nu de totale besluiteloosheid, en een stuurloos land”- was al sprake in zijn laatste kabinet en misschien al eerder. Totale besluiteloosheid wordt geheel en alleen veroorzaakt door eenzijdige, want dogmatische, politieke analyses.
Je zou er haast van gaan terugverlangen naar de tijd van Joop den Uyl, Hans Wiegel en Dries van Agt, toen ideologische tegenstellingen in de Kamer op het scherpst van de snede werden uitgevochten, en kiezers zich nog innig verbonden voelden met de partij van hun voorkeur. De weg terug bestaat natuurlijk niet, maar de middenpartijen kunnen wel degelijk leren van wat Van der Meer hen voorhoudt: ga de ideeënstrijd weer aan, en zorg ervoor dat kiezers weer iets te kiezen hebben. Zo moeilijk kan het niet zijn.
*Onzin, dat “gaan terugverlangen naar de tijd van Joop den Uyl, Hans Wiegel en Dries van Agt, toen ideologische tegenstellingen in de Kamer op het scherpst van de snede werden uitgevochten” aangezien dat politieke dogmatisme én populisme toen begonnen zijn. Ik was er zelf getuige van.