Tags
Deze slotupdate is noodzakelijk geworden vanwege een nieuw gevonden artikel uit mijn archief, dat ik in boeken nog niet was tegengekomen, en waarmee ik de anti-islamkoers van PVV/Wilders kan corrigeren, respectievelijk afdwingen vanwege mijn stellingname dat PVV ‘ongrondwettelijk’ als strijdig met de Gw [https://taal.vrt.be/ongrondwettelijk-ongrondwettigopereert’]. Zoals bekend verdedig ik deze opstelling omdat PVV mijns inziens niet het recht heeft om vanwege de grondwettelijke bepaling van de vrijheid van godsdienst en de daaruit voortvloeiende principiële gelijkwaardigheid van de in ons land aanwezige godsdiensten, de islam uit te sluiten in ons maatschappelijk leven, enkel vanwege een politieke islam. Hij vergeet dat de islam ook een mystieke tak kent in de vorm van de Soefi’s, ook in ons land vertegenwoordigd, met zelfs als voorzitter onze eigen emeritus hoogleraar dr Johannes Witteveen in de gelederen, de oud-VVD-minister van Financiën en bestuurder van de Wereldbank is geweest en inmiddels op zeer bejaarde leeftijd is.
Ik begin dus met het ‘nieuws’ uit een oud artikel (Trouw, 12-10-1979) onder de titel:
Moslimse mystiek: aantrekkelijk voor christenen (door Jan Slomp, predikant in algemene dienst van de gereformeerde kerken in Nederland om voorlichting te geven over de ontmoeting met moslims)
Voor velen bestaat de islam die ze kennen uit regel op regel, gebod op gebod, vijf plichten, vijfmaal daags bidden, reinigingsvoorschriften, geoorloofde of verboden etenswaren, enz. dat is de islam van de doorsnee, gewone moslim die we tegenkomen, hier, maar ook in andere landen. In de krant en ook via televisie komen we nog met een tweede soort islam in aanraking en wel de politieke. Het is de islam van de oliesjeiks en de ‘ulama’, de wetgeleerden, de islam van de Khomeinis en Maududis, de Qaddafis en Khalids. Deze islam heeft territoriale idealen: uitbreiding van Gods koninkrijk op aarde. Ze beperkt de moslimse wetten niet tot het privéleven maar haalt politieke en economische inspiratie uit de Koran en het voorbeeld van hun profeet en staatsman Mohammed (gest. 632)
Een derde vorm van islam, voor vele westerse christenen aantrekkelijker dan diue van de voorschriften en politieke idealen is de mystieke islam. Deze islam heeft met name voor christen-islamologen een vriendelijk gezicht. Ze spreekt immers over zulke waarden als “vroomheid, mildheid en welwillendheid, vastberadenheid en vergevingsgezindheid, overgave en dienstbaarheid, hoop en nederigheid, verzaking en ascese, geloof en trouw, liefde en eenvoud, stilte en afzondering.” Vele christen-islamologen hebben zich dan ook in deze islam verdiept. Ik denk aan de Nederlander A.J. Wensinck, jarenlang hoogleraar in Leiden, maar tegelijk een zeer meelevend lid van de hervormde kerk. Van de buitenlanders noem ik slechts de Franse priester Louis Massignon, de Zweedse bisschop Tor Andrea, de Duitse protestantse schrijfster Annemarie Schimmel, de Britse bisschop Kenneth Cragg.
Wat ons opvalt bij genoemde auteurs is dat ze bekend staan als meelevende, diepreligieuze christenen. De moslimse mystiek heeft hierbij hen een gevoelige snaar geraakt. In vele moslimse mystieke verhandelingen wordt Jezus afgeschilderd als de ideale mysticus, het zegel der heiligheid. Het spreken van de mysticus over de liefde Gods, van God voor de mens en de gelovige voor God, klinkt met name die christenen als muziek in de oren die vertrouwd zijn met de centrale boodschap van de bijbel: de liefde Gods geopenbaard in Christus.
De bovengenoemde toonaangevende Franse Islamkenner Louis Massignon is via de bestudering van de moslimse mystiek zelfs van agnosticus belijdend christen geworden [zelfs dat is mogelijk! jw]. Hij werd op latere leeftijd priester in de met Rome verbonden maronitische kerk.
Sommige moslimse auteurs uit de orthodoxe, wettische hoek hebben deze christelijke voorliefde voor de islamitische mystiek wel eens misplaatst gevonden. Het zou daar niet om de echte islam gaan. De theoreticus van de islamitische staat in Pakistan Maulana Maududi (geb.1903) heeft dan ook geen antenne voor mystiek. Sommige modernisten verwijten de mystiek zelfs te hebben bijgedragen tot de verslapping van de echte, robuuste, zelfbewuste islamitische geest [Hierin herhaalt de geschiedenis zich met onze strijd in de vaderlandse geschiedenis tussen de Hoekse en Kabeljauwse twisten – zie Wikipedia – en de strijd tussen calvinisme en katholicisme, al is dat contrast vergelijkbaar op een ander niveau: sjiieten en soennieten].
We zouden, als we etiketten wilden plakken, deze mystiek in hoofdtrekken verticalistisch-theocentrisch [en dit theocentrische is in mijn ogen een ongelukkige woordkeuze aangezien er gemakkelijk een associatie met theocratisch kan worden gelegd en dat is een onjuiste wijze van benadering: theocratie is een politieke staatvorm – zie Israel – die onmogelijk vergeleken kan worden met een mystieke levenswijze die ieder aards denken probeert af te schudden om een geslaagde meditatie mogelijk te maken] kunnen noemen. Natuurlijk, andere momenten ontbreken niet, maar het theocentrische (op God gericht, red.) krijgt wel hét accent.
[Tot zover omdat de kernpunten van het artikel zijn weergegeven en details in het laatste kwart van de tekst niet meer relevant zijn vanwege alle opgesomde historische details]
Deze tekst mag en moet tot de conclusie leiden dat de anti-islam-benadrukking door PVV die pleit voor een noodzakelijke deislamisering van ons land, alleen door het trauma van 11/9 is veroorzaakt, toen het islamisme (als onderscheidend van de islamitische hoofdstroom) geboren werd als de terroristische tak van de islam, die uitgesproken anti-westers is georiënteerd en via de bestorming van de Twin Towers in New York de wereld de oorlog verklaarde. Dit islamisme moet voor de strafrechter worden gebracht. Een andere uitweg bestaat er mijns inziens niet.
Dit hoofdthema van PVV als de partij van de deislamisering is dus de basis van het lineaire ofwel eendimensionale beleid dat kortweg middeleeuws is aangezien Wilders in die metafoor een persoonlijke inquisitie in ons land vormgeeft. In plaats van de optie om de politieke islam in ons land met zijn haat predikende imams als Jneid voor de rechter te dagen om hem het Nederlandse paspoort af te nemen vanwege het gebrek aan respect voor en kennis van de grondwet, dat als strafbaar mag worden gevonnist, neemt Wilders dezelfde ‘oog om oog, tand om tand’-strategie aan wat visieloos is, alleen maar onbesuisd tot strijd voert.
Zolang zijn grondwetsstrijdige strategie van PVV niet door Kamer als geheel via een debat wordt aangekaart en PVV iedere volgende verkiezingen met het standaard A4’tje zijn programmapunten aan het electraat aan zich probeert te verkopen en binden, blijft de Nederlandse politiek stilstaan omdat geen bevredigende uitkomsten van Kamerdebatten over het migratievraagstuk mogelijk worden gemaakt. Wilders is een chronische afleidingsfactor geworden.
In het vervolg op beschouwingen van afgelopen week onder de kop ‘Nieuwe opties: er valt iets te verzinnen t.a.v. juridische dilemma van het salafisme (vervolg op Jneid)’:
In het vervolg van wat in de voorafgaande blogs werd geschreven, wil ik het volgende opmerken over imam Jneid. Ik schreef afgelopen week dat ik hem ervaar als een provocatief karakter die het heerlijk vindt om de westers samenleving uit de dagen met opvattingen die precies tegen de juridische grenzen aanhangen.
Maar hij is tegelijkertijd slim genoeg om te weten dat hij zich goed genoeg geïnformeerd moet zijn om zijn missie te laten slagen en daarom goede juristen in zijn omgeving moet hebben die hem adequaat zullen voorbereiden om steeds te weten wat hij kan én mag zeggen, om niet zelf in de problemen te komen.
Mijn conclusie is nu dat er van ‘moedwillige’ belediging aan het adres van Aboutaleb geen sprake is, of tenminste ‘hoeft te zijn’. Maar duidelijk wél aan het adres van het Nederlandse publiek, dat in deze ‘zaak’ onkundig, want onwetend is en niet voldoende geïnformeerd wat er precies speelt of gaande is. Dat zal ik hieronder nader toelichten.
Het OM is nog bezig te onderzoeken hoe deze kwestie juridisch ligt. Mijn ‘veronderstelling’ dat er een zware psychologische factor meespeelt zal mogelijk meespelen al lijkt me dat realistisch gesproken niet waarschijnlijk omdat ik onbekend ben met dit soort deliberaties. En als ik goed ben ingelicht bestaat er alleen een groepsbelediging en dan valt Jneid versus Aboutaleb dus op voorhand al weg. Of niet? Geen idee. Of was het alleen een pershype?
Hoe dan ook, in het vervolgstadium zal het OM toch een en ander duidelijk moeten krijgen en bepalen of besluiten wat het bij de rechter durft neer te leggen om het proefproces aan te gaan. Dat moet dan ook met een uitvoerig persbericht – duidelijke voorlichting! – worden begeleid, opdat er geen misverstand kan ontstaan over het psychologische karakter van de aanklacht.
Deze tweeledigheid bestaat eruit dat ‘een’ religieuze uitspraak alléén dan ‘beledigend’ is of kan worden aangemerkt, als er door het slachtoffer aangifte wordt gedaan, maar tegelijk – en hierin schuilt de tweeledigheid – is het ook mogelijk dat hiervan géén aangifte wordt gedaan omdat één én dezelfde uitspraak (uitlating) voor de ander niét beledigend is. Een moeilijke zinsconstructie maar dit is een feit zoals ik hieronder zal uitleggen.
De één voelt zich in zijn goede naam en eer aangetast – afhankelijk van zijn persoonlijke omgeving – maar de ander laat dezelfde uitspraak koud en voelt ook niet de behoefte die uitlating te weerspreken.
Het gaat in dit geval in essentie om een inhoudelijke beoordeling door verschillende karakterstructuren: de psychologische staat van de betrokken ‘beledigde’, of in het andere geval de gesprekspartner die zich niet laat beledigen door erover te zwijgen; niet uit passiviteit of angst om te reageren, maar vanuit het mechanisme dat ieder weerwoord energieverspilling is.
Dus zal de één aangifte doen, terwijl het voor de ander niet nodig is en er alleen om zal lachen. Duidelijk is wel dat de ‘opgefokte’ persoonlijkheden snel in ‘verweer’ gaat, terwijl de ander zijn schouders ophaalt.
En dus komt de psychologie als element in een rechtsprocedure hierbij om de hoek kijken. Bij rechtszaken zal de rechter moeten beginnen met uitdrukkelijk naar de ‘aard’ van de gelaakte uitlating te vragen. Waarom is dit gedaan?
Ik ga er als niet-jurist vanuit dat er aangifte van beledigende ‘persoonlijke’ uitspraken (in tegenstelling tot de groepsbelediging!) wordt gedaan zoals in het geval van Jneid tegenover Aboutaleb, als laatste zich inderdaad beledigd voelt. Maar dus niet als dat bij hem niet het geval is.
En dus doet zich het vreemde verschijnsel voor dat één en dezelfde uitspraak ofwel als beledigend wordt opgevat of niet. Een belediging hoeft helemaal geen vaststaand feit te zijn; het is een subjectivistische uitlating met een doelstelling om de ander in het hart te treffen. Als die ander trouwens te treffen valt, want dat is niet op voorhand het geval.
Dan komt Jneid voor het dilemma te staan, want dat was niet zijn opzet. Hij zal immers nooit toegeven dat hij de eerst genoemde alléén maar probeerde uit te dagen vanwege de islamitische veronderstelling dat salafisten zuivere moslims zijn vanwege hun geestelijke en maatschappelijke gecombineerde bewustzijn, en daarvan is sprake als gedragingen en hoogste normen hand in hand gaan in het persoonlijke gedrag en zo samenvloeien, in eenheid zijn naar hoofd en hart (zoals ook door senator Ganzevoort (GroenLinks) gisteren tijdens de stemming ‘aan de overzijde’ over het verbod van de boerka werd verwoord.
Theologen zijn dus bekend met die specifieke islamitische constructie en daaruit volgt automatisch de ‘verwerping’ van het westerse uitgangspunt van scheiding van geloof/kerk en staat omdat dat in islamitische ogen het begin van het kwaad betekent. Als de mens wordt toegelaten om geloof en staat te scheiden, dan wijkt hij van Allahs bedoelingen af aangezien het juist om die eenheid gaat.
Als Aboutaleb die uitleg van het salafisme inderdaad hanteert, dan heeft dat dus niets te maken met salafisme als ‘orthodoxie’ of ‘fundamentalisme’, omdat het louter en alleen gaat om innerlijke beleving van deze geloofsprincipes bij moslims. Als Aboutaleb dit innerlijk weten ‘kent’, dan voelt hij zich even onkwetsbaar als ik, zoals ik dat gisteren heb uitgelegd. Dan voelt Aboutaleb zich kortom niet beledigd, omdat hij weet welk spelletje Jneid met hem uithaalt. De burgemeester zal dan dus ook geen aangifte doen, maar het verder met rust laten. Maar … maar …
Maar het probleem is de journalistiek die deze opmerkingen publiek maakte omdat het ‘nieuwsfeiten’ zijn, onbekend zijn met deze – naar mijn gevoel – juiste context, die dus geëxpliciteerd moet worden gebracht, maar daartoe zijn de betrokken journalisten niet in staat .
En dus wordt Aboutaleb op zijn beurt weer gedwongen om een en ander toe te lichten en recht te zetten omdat de journalistieke boodschappers de kern van dit probleem niet begrepen hebben.
Kortom, de conclusie van deze blog is het feit van ons collectieve bewustwording (wakker geschud worden) op dit moment als Jneid en Wilders die elkaars spiegelbeelden blijken te zijn; allebei provocateurs met hun eigen eenzijdige (zwart-wit) realiteitszin die zij projecteren op onze wereld.
Maar ze slaan beiden daarbij door in hun eigen ‘idealisme’ hun wederzijdse eigenzinnigheid en hun persoonlijk-extreme vorm van ideologische eenzijdigheid; en vergiftigen daarmee onze maatschappij.
Daarom moeten beiden worden aangepakt, Jneid met zijn provocatief gedrag vanwege zijn dromen om het westen te islamiseren, en Wilders omgekeerd vanwege zijn haatgevoelens en dus haatdragendheid om dat streven én agressie van Jneid onmogelijk te maken.
Mét als resultante bij Wilders tot gevolg hebbend dat zijn eigen droomwens van een deislamisering van ons land tot het resultaat zal leiden: een complete religie wordt vernietigd en het kind met het badwater weggegooien. In Wilders gedachtewereld natuurlijk, want een onmogelijke droom. De islam kan niet worden uitgeroeid.
Alleen getransformeerd naar een toekomstig tijdperk waarin álle bestaande godsdiensten uitgroeien tot een universele godsdienst – ‘de dienst aan het goddelijke’ in ons innerlijk -, want dat is naar mijn overtuiging onze wereld van morgen.
Nu zijn het Jneid en Wilders als elkaars wederzijdse ‘antichrist’-figuranten (de eerste vanwege liefdeloosheid tegenover het westen en de ander vanwege dezelfde liefdeloosheid jegens de islam) op het Nederlandse politieke toneel.
Beiden moeten dus met alle bestaande politieke en juridische middelen worden verhinderd om van de hun gegéven politieke ruimte gebruik te maken (want de ‘politiek’ staat machteloos toe te kijken). De regering als uitvoerende, naast het parlement als wetgevende, en de rechtelijke macht(ten) falen collectief in hun opdracht harmonie en vrede te scheppen; tot op heden tenminste en wel erg opzichtig. Gepruts in de marge. Wanneer wordt de Nederlandse variant van de trias politica eindelijk volwassen? Of is dit ideaal te hoog gegrepen?