Tags

Stelling: Blamerend is het verslag, annex analyse van de Tweede Kamer in tijden van deze covid-crisis, zoals blijkt uit de reconstructie van nrc.nl. Blamerend, maar niet ongewoon voor een parlement, want overal in de vrije democratische samenlevingen is het dezelfde chaos. Alleen in communistisch gedicteerde landen, met hetzij een moderne variant van het democratisch centralisme – zoals China die zich onder president Xi (én Poetin) heeft gegarandeerd van een eeuwig durend leiderschap, dan wel ouderwets geleid communisme (Noord-Korea) waar wordt geregeerd door geregisseerde eenheid van dat regime.

Hieruit blijkt hoe de verzameling van machtsverslaafde burgers die volksvertegenwoordigers heten te zijn, er maar een potje van maken want leeuwen in de arena die elkaar verslinden. Een compleet mislukt stelsel waar iedere (traditionele) stemmer zich om moet schamen, want wie stemt maakt zich medeverantwoordelijk voor dit bestel.

En toch blijft de trein doordenderen, en wel alsof er niets aan de hand is en tegen beter weten in. En dan de tragische figuur van de Kamervoorzitter, die met de scherven zit van dit bestel. Want hoe krijg je de kleuterklas gedisciplineerd op orde? Nagenoeg een onmogelijke opdracht. Alleen door heel strak voorzitterschap, want anders loopt ieder gesprek volledig uit de hand, wat uit nagenoeg alle Kamerdebatten ook blijkt. Het geluk voor de buitenstaander is dat vanwege de videoverbinding die chaos ook zichtbaar is voor het publiek en dat lijdt tot het grote aantal niet-stemmers. Eigen schuld dikke bult.

Videobellen met Arib: chaos, irritatie en onder de gordel (Barbara Rijlaarsdam en Rik Rutten, nrc.nl, 2-5-20)

Videogesprekken over de Kameragenda hebben achter de schermen tot ruzie en irritatie geleid. Dus wordt er nu alleen nog maar gemaild. Hoe de Kamer worstelt met het democratische proces in crisistijd.

De huidige – en vermoedelijk alle voorgaande generaties – Kamerleden hebben geen idee hoe ze met crisisomstandigheden moeten omgaan, vanwege het feit dat er maar één historisch precedent bestaat en wel ten tijde van de tweede wereldoorlog. De regering besloot te verhuizen naar veilig, geallieerd gebied en vanuit Londen werd de gang van zaken in gezet gebied gevolgd. Normaal democratisch besturen en regeren was immers onmogelijk. Dat geldt toch ook wel voor de huidige crisis, al is die totaal onvergelijkbaar. Maar het probleem van dit moment is wel de vraag hoe er nu sprake kán en moet zijn van democratische controle terwijl dat nu feitelijk onmogelijk omdat er geen controle en toetsing mogelijk is, vanwege compleet onbekende omstandigheden want beleid voor een dergelijke crisis bestaat niet en had ook niet kunnen bestaan.

Niemand wist namelijk voorafgaande aan deze crisis hoe dat in de praktijk zou gaan uitwerken en hoe hierop beleid kon worden gemaakt. Daarom wordt er alleen maar gesproken en gejengeld om beschermingsmaatregelen en mond/neuskapjes. En beschikbare viruskillers. Voor iedereen kortom zoeken naar de juiste maat en inrichting van een dergelijk beleid. Zelfs vanuit de literatuur waarin ooit pandemieën beschreven werden, zou men vermoedelijk nooit een passend beleid hebben kunnen construeren. In dit soort omstandigheden moeten beleidsmakers idee hebben wat er allemaal in de praktijk zou kunnen gebeuren en die ‘precedenten’ waren afwezig. Alle ‘aanvallen’ vanuit de oppositionele hoek bij het eerste Coronadebat waren om die reden stuk voor stuk (vooral PVV en FvD) een kwestie van ‘blufpoker’ omdat alleen angstcomplexen van de snelle uitbraak van het virus uit China iedereen verbijsterde en vooral ‘overrompelde’. Visioenen vanuit ‘scifi-thrillers’ werden uit de betrokken bronnen in herinnering gebracht. Allemaal schrijversfantasieën dus. Niet meer en niet minder. Het enige dat van politiek belang heet te zijn is de electorale winst dat hier in het geding is. Daarom wordt er heftig gekakeld.     

  • ‘Het is woensdag 25 maart, de tweede helft van de middag, en in de woon- en werkkamers van alle fractievoorzitters in de Tweede Kamer is het goed te horen: VVD-fractievoorzitter Klaas Dijkhoff is boos. Op Khadija Arib. Als ik iets vind, dan vind ik iets, zegt Dijkhoff tegen de voorzitter van de Tweede Kamer. „En als je niet wilt weten wat ik vind, dan moet je me niet bellen.”

Onvolwassen gedrag van Dijkhoff aangezien je hiermee niets opschiet. Zinloos gedrag omdat je niet oplossingsgericht bezig bent. Constructief kun je dit dus niet maken want bij iedere managementcursus aangeleerd wordt. En politici dienen altijd te beseffen dat ze in een glazenkooi opereren. Daarin is spelregel 1: discipline en nooit onbeheerst optreden.

  • Vanaf het begin ging het er hard en chaotisch aan toe bij de interne videovergaderingen die de vijftien fractieleiders en Arib vanaf het begin van de coronacrisis hielden – de overlegvorm waaraan half Nederland is overgeleverd. Kamerleden ruzieden zo vaak, met elkaar én met de voorzitter, dat het video-overleg intussen is gesneuveld. Aanleiding: een harde botsing over het meireces, dat deze week had moeten beginnen – maar plots moest wijken voor de crisis.

Respect- en schaamteloos gedrag. Enne: Hoezo ‘plots moest wijken’? Dat kon toch al weken geleden iedereen zien aankomen?

  • Dit was geen succesformule, zegt elk van de acht fractievoorzitters die NRC sprak. „Rommelig en chaotisch”, oordeelt een van hen. Andere kwalificaties: „gejengel”, vol „onderlinge irritaties” en boven alles „tijdrovend”. En, zegt iemand: „Als dit in het openbaar gebeurde, zou het er nooit zo fel aan toe gaan.”

Deze laatste zin bewijst alleen maar wat voor schijnvertoning dit functioneren van de Kamer is. En dat het nu met deze ‘unieke’ crisis naar buiten komt, was met de wijsheid achteraf niet meer dan logisch. De ware aard van het beestje dat volksvertegenwoordiger heet, komt zo naar buiten.

  • Normaal is de Kameragenda een formaliteit. Kamerleden en kabinet doen voorstellen voor een debat. Het presidium, het dagelijks bestuur van de Kamer, veegt alles bij elkaar en stelt de agenda samen. In dat presidium zitten fractieleden van bijna alle partijen, alleen de kleintjes ontbreken. Arib is de voorzitter.

Een ‘formaliteit’ ofwel een routineklus die onder normale tijden natuurlijk gangbaar is, maar onder abnormale tijden niet. Nergens ter wereld binnen crisisomstandigheden, want dat was/is overal zichtbaar.

Maar ‘normaal’ bestaat niet meer – of nog niet. Samenscholingen zijn verboden, ook in de Tweede Kamer. Aan het Binnenhof is het stil geworden. De afgelopen weken was er één coronadebat per week, en sporadisch een overleg over een aan corona gelieerd thema. Ondertussen valt de ene na de andere ingrijpende beslissing: vrijheidsbeperkingen die raken aan de Grondwet, een economisch steunpakket dat tientallen miljarden kost, een staatsschuld die torenhoog oploopt.

Deze huidige generatie van Kamerleden heeft geen inzicht in de ‘letter en geest’ van de grondwet. Want dat er wordt gesproken over ‘vrijheidsbeperkingen’ spreekt al boekdelen. Dit zijn allemaal tijdelijke noodwetten die vanzelfsprekend worden teruggedraaid als de pandemie tot zwijgen wordt gebracht. Dát zijn de feiten.

  • Vandaar dat Arib al snel met het idee voor een gezamenlijke video call De Tweede Kamer moet haar controlerende taak goed kunnen doen, vertelt ze de Kamer. En nu het coronavirus de gebruikelijke parlementaire procedures overhoop gooit, zoekt ze daarbij zoveel mogelijk draagvlak: bij de fractieleiders.

Terecht kwam voorzitter Arib met dat voorstel aangezien dat de normale gang van zaken wordt binnen het bedrijfsleven. Maar ze maakt een denkfout (gestimuleerd door opvattingen binnen alle oppositiefracties) dat de controlerende taal goed moet kunnen worden uitgevoerd. Dat is dus juist nu onmogelijk, vandaar de staatskundig terechte vergelijking met WO2. Arib verkeert hierbij in de paradoxale situatie die volledig is te vergelijken met het ‘precedent’ geschapen door Wilders en PVV, omdat hij grondwettelijke onzin uitkraamt met een verbod op de islam, koran en moskeeën en dat verwart met de vrijheid van meningsuiting. Er is maar één reden waarom de PVV hiermee wegkomt: er bestaat nog geen wetenschappelijk onderzoek naar dit curieuze fenomeen. En de politiek wil daar zijn handen niet aan branden. Daarom bevindt Arib zich in een uiterst ongemakkelijk parket.

  • De praktijk pakt anders Je mist oogcontact, klinkt het achteraf. Irritaties lopen snel op. Eén van hen noemt het een „brainstorm, maar dan wel over hele formele onderwerpen”. Een vergadering die een half uur moet duren, loopt uit tot vijf kwartier en verzandt in chaos. „Alsof alle fractievoorzitters tegelijkertijd naar de interruptiemicrofoon lopen.” Zestien belangen blijken lastig te verenigen.

Dit chaotische karakter van de video-call is niet alleen kenmerkend voor deze crisis, maar voor ieder Kamerdebat kenmerkend. Men weet niet beter om de aandacht te trekken, want dat is het basismotief van ‘het’ Kamerlid; alle Kamerleden dus.  

Zweem van wantrouwen

  • Er komt bij dat boven elk gesprek een zweem van wantrouwen hangt. „Je wist dat er gelekt werd, niet echt fijn”, zegt een van de fractievoorzitters. Woorden en blikken belanden in de krant. Tekenend is dat Dijkhoff bij de aanvaring met Arib gauw zijn scherm op zwart zet.
  • De onderlinge irritatie uit zich ook in de gesprekken. Bijvoorbeeld als SP-leider Lilian Marijnissen oppert om de debatten alleen met premier Rutte te doen, omdat minister Hugo de Jonge (Volksgezondheid, CDA) veel praat maar weinig zegt. „Dat kun je niet maken”, sputtert de coalitie.

Ieder land kent zijn ‘eigen’-aardige parlementaire gebruiken en spelregels, maar Marijnissen vergeet dat ‘weinig zeggen’ de Nederlandse parlementaire norm is geworden en het ontbreekt haar (en de gehele oppositie) om creatief hiermee om te gaan en vooral buiten de Kamer te reageren door persconferenties, persberichten. Maar ze beseft dat haar partij met het kenmerkende ééndimensionale instelling (zoals in elke Kamerfractie aan de orde is) van de SP buiten eigen traditionele omgeving geen aanhang heeft. Daarom is zij ook onderdeel van de dertigers-generatie van fractievoorzitters die te snel omhoog geklommen zijn in het politieke circuit en daarmee het aanzien van de politiek schaden. .  

  • Maar de grootste irritatie ontstaat tussen de fractievoorzitters en Arib. De voorzitter krijgt lof voor hoe ze plenaire debatten leidt en ze is een „fantastisch boegbeeld”. Maar binnen haar eigen ambtelijke organisatie ligt ze al jaren slecht. Persoonlijke conflicten zouden de reden zijn dat meerdere medewerkers met ruzie vertrokken. Een van de fractievoorzitters zegt inmiddels meer van het „vrij hoge personeelsverloop” op Aribs afdeling te begrijpen.

Ook deze krant doet braaf mee aan het ‘bashen’ van Arib, dat ‘bon ton’ is.

  • In de videovergaderingen krijgen veel deelnemers het gevoel dat Arib niet naar hen luistert. De Kamervoorzitter zou onnodig „formalistisch” reageren op fractievoorzitters met eigengereide ideeën. Bijvoorbeeld als Thierry Baudet (FVD) de coronadebatten drastisch wil inkorten door de eerste termijn van de Tweede Kamer te schrappen, iets wat hij ook in NRC opperde.

Dat ‘niet luisteren’ ligt aan de Kamerleden zelf; zij zijn kampioen ‘niet-luisteren’. En laat ik als fervent tegenstander van FvD nu Baudet recentelijk een – en enige mogelijke – compliment hebben gemaakt met zijn voorstel om de eerste terwijl van de Kamer te schrappen, want inderdaad volmaakt zinloos. Je moet eerst het kabinet hebben gehoord, maar dat levert weer het nadeel op dat de woordvoerders dan geen idee hebben waarmee ze hun eigen bijdragen moeten vullen; omdat dan alleen abstracte beginselen worden herhaald, rechtstreeks uit verkiezingsprogramma’s ontleend. Dat schiet dus ook niet op. Maar het kabinet lepelt dan ook alleen algemeenheden op waar niemand mee gediend is.

Maar tegelijkertijd is Baudet kampioen van de paradox door zijn constante schending van de spreektijd, door maar het debat te willen aanzwengelen – en overgaat tot het geven van een college – terwijl ieders spreektijd beperkt is en er geen ruimte hoort te zijn voor oeverloze overpeinzingen. Geen taak van het parlement. Maar ook hij is een parlementaire beginneling, al zit hij al bijna vier jaar maar heeft er niets van geleerd.   

  • „Iedereen wist: dat gaat niet gebeuren”, zegt een van zijn collega’s. „Maar technisch gezien kán het wel.” En dus, zegt deze fractievoorzitter, was het vreemd dat Arib direct riep dat het tegen de wet indruiste, dat het helemaal niet kon en dat Baudet maar een commissie bijeen moest roepen om het reglement van orde aan te passen. Door meteen over de wet te beginnen, vult een ander aan, verhardt Arib de sfeer nodeloos.
  • De ergernis blijft voortbestaan. In wat de laatste gezamenlijke videoconferentie zal zijn, op donderdag 9 april, gaat het over het meireces. Arib vindt dat de vakantie dit keer niet moet doorgaan. Maar de fractievoorzitters voelen zich overvallen: ze vermoeden dat het besluit al vaststaat.

Arib heeft natuurlijk gelijk omdat de huidige stilstand van de Kamer al opgevat kan worden als een voorafgaand meireces. Maar het gebrek aan creativiteit van de Kamer zelf is oorzaak van dit soort dilemma’s.

  • Het is Jesse Klaver (GroenLinks) die dat gevoel het felst Echt onder de gordel, gewoon onbeschoft”, noemt iemand zijn verwijten aan Arib. „Niet echt fijn” en „vrij bot”, luiden de mildere beschrijvingen van de sfeer. Het is een generatieconflict, oppert iemand. De dertigers Dijkhoff, Baudet en Klaver zoeken de confrontatie, Geert Wilders (PVV) en Kees van der Staaij (SGP) kiezen de kant van Arib en het protocol – zij zijn de drie nestors van de Kamer, met elk 21 jaar ervaring.

Klaver is even onvolwassen als de hele rest.

  • Voor Arib is het duidelijk: zó hoeft het van haar niet meer. En bovendien: ze heeft exact hetzelfde voorstel om het meireces te schrappen ook al naar het presidium gestuurd. Dat clubje is wél enthousiast.

De schizofrenie van de Kamer zelf blijkt hieruit duidelijk.

  • Groot is de verbazing onder de fractieleiders als Arib ’s avonds, na het presidiumoverleg, in een brief schrijft dat de Kamer in het meireces tóch doorwerkt. Daar zouden ze het toch nog over hebben? „Je krijgt het idee dat Arib vooral kijkt: waar krijg ik mijn gelijk”, zegt een fractievoorzitter.

Het formeel juiste antwoord luidt natuurlijk dat het presidium daar zelf over besluit. Het verraadt wederom de onvolwassenheid van het Kamerklimaat.

Goed idee, Kees

  • Eenmansfractie Femke Merel van Kooten stuurt na afloop van de vergadering die zo „lelijk uit de hand liep” een brief aan haar collega’s. Ze neemt het op voor de Kamervoorzitter, noemt het gedrag van haar collega’s „echt schokkend”. Ze verbaast zich over het gebrek aan „fatsoen”, „professionaliteit” en „respect”. In de fractievoorzitters-groepsapp, waar het Kamerlid haar grieven deelt, blijft het stil.

Dit is de eerste keer dat ik Van Kooten gelijk geef, want ik vind haar aanwezigheid in de Kamer bedroevend voor de selectieprocedures van de politieke partijen zelf.  

  • Een dag later, op Goede Vrijdag, houdt Arib een belrondje. „Dit werkt niet”, is haar conclusie. Er komen geen video calls meer met de fractievoorzitters, zegt ze. Procedurevergaderingen gaan voortaan per e-mail. Maar ook dat gaat gepaard met gemopper. Een deel van de oppositie wil wekelijks blijven debatteren over de coronacrisis, de coalitie vindt één keer in twee weken wel genoeg. Als Wilders voorstelt om deze week tóch te vergaderen, blijft het stil bij de coalitiepartijen.

Dat deel (oppositie natuurlijk) is knettergek. Een schande dat ze volksvertegenwoordiger mogen zijn ik ben zeker geen bewonderaar van dit kabinet – ‘er was simpelweg geen andere optie’ – maar eens in de week is al overdreven omdat er alleen maar herhalingen van de voorafgaande ‘meeting’ worden gedebiteerd. Voor mij als politiek waarnemer luister ik met een half oor naar die zinloze debatten om belangrijer artikelen in de kwaliteitsbladen te kunnen blijven lezen.  

  • Totdat Van der Staaij een voorstel mailt. Laten we geen debat houden, maar een briefing, schrijft hij, dan zijn we „extra goed voorbereid” op het volgende debat. Daarop reageert de coalitie direct, constateert een oppositiepoliticus. „‘Goed idee, Kees!’ En toen zaten we met een briefing in plaats van een debat.”

Dit Kamerlid is als ‘geweten van het parlement’ de enige die creatief kan denken. Bravo Kees, want u bent de enige goede parlementariër in dit ontnuchterende gezelschap van chaoten en egotrippers.   

https://www.nrc.nl/nieuws/2020/05/02/videobellen-met-arib-chaos-irritatie-en-onder-de-gordel-a3998546#/handelsblad/2020/05/02/#104