Tags

KLM WIL VOOR ZIJN grondpersoneel 5-jaarscontracten introduceren. Daarmee komt deze noviteit mogelijk in een tweede cao terecht. De supermarkten introduceerden eerder al deze zogeheten tussenbanen. President-directeur Pieter Elbers zei over dit plan:

“We moeten met onze tijd meegaan. Ook vanuit de overheid wordt mobiliteit van personeel, de roep om bijscholing steeds benadrukt. Daarom is het goed dat wij daar als grote werkgever ook naar kijken. Waar we naar kijken is om personeel vijf jaar in dienst te nemen en ze daarnaast een opleiding te geven, zodat ze daarna weer elders aan de slag kunnen.”

Het idee is steeds om deze tussenbanen te combineren met scholing. Dat kan zijn omdat de banen mogelijk gaan verdwijnen vanwege automatisering. Als dat de achtergrond is, dan is zo’n vijfjarig contract helemaal niet zo’n gek idee. De werkgever committeert zich dan aan een opleiding voor een toekomstige baan in een andere sector. Bij de supermarkten gaat het nadrukkelijk om flexbanen die nu enige vastigheid krijgen.

De optie staat ook in de cao-nota die werkgeversorganisaties VNO-NCW, MKB-Nederland en AWVN onlangs publiceerden:

“Een andere mogelijkheid is om meer gebruik te maken van langdurige tijdelijke contracten. In cao’s zijn deze ‘tussenbanen’ in opkomst. Het gaat dan vaak om een arbeidscontract met een duur van vier of vijf jaar in combinatie met een uitgewerkt ontwikkelplan – zodat de werkende volop ontwikkelperspectieven heeft, ook na het einde van het dienstverband.”

Alleen jammer dat alleen werkgeversorganisaties genoemd worden omdat de vakbonden ook bij deze brainstorm betrokken moeten worden, mits er recente – max. 3 jaar oude – arbeidsmarktnotities klaarliggen. Als dat niet het geval is, hebben zij zichzelf buiten spel gezet. Maar dan gaat het over recente ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en over loonontwikkelingen en rechtvaardige inkomensverhoudingen binnen de inkomensklassen in hun totaliteit op de Nederlandse productiesectoren. Ook in hun verhouding tot de (semi)publieke sferen, want dat moet in z’n totaliteit worden bezien en beoordeeld.

Het idee werd ruim een jaar geleden gelanceerd door Rabo-econoom Barbara Baarsma in de Financiële Telegraaf. Zij ziet in het vijfjaarscontract een vervanger van de vaste baan:

“Mijn voorstel is: laten we het vaste contract afschaffen en overgaan tot een contract van vijf jaar. Voor u, voor mij, voor iedereen. Dan heeft de werknemer vanaf dag één een prikkel om aan te blijven tonen dat die genoeg toegevoegde waarde heeft. En de werkgever zal zijn stinkende best doen om goede werknemers te behouden.”

Het leverde een felle discussie op. Toenmalig minister Lodewijk Asscher van Sociale Zaken reageerde uitgebreid op dit interview. Dat kwam misschien ook omdat zij zijn liefdesbaby, de Wet Werk en Zekerheid, met de grond gelijk maakte. Volgens Asscher is het vijfjaarscontract ‘een gifpil voor de middenklasse’.

Vakbond FNV is mordicus tegen. De supermarkt-cao werd door deze bond niet ondertekend en nu verzet de FNV zich ook tegen de KLM-plannen. De vakbond kan ook niet anders. De leus is al enkele jaren ‘Koopkracht en echte banen’ en daarmee verstaat men onder ‘echte banen’ een vast dienstverband voor onbepaalde tijd.

Nu de FNV de vaste baan tot heilige graal heeft verheven, kan de bond niet anders dan tegen elke vernieuwing en innovatie zijn. Zelfs als die nieuwe vormen een verbetering voor werkenden zou zijn. De scholingsmogelijkheden waarmee deze werknemers zich kunnen prepareren op veranderingen op de arbeidsmarkt wijzen ze daarmee impliciet ook af. Onbegrijpelijk.

 

Het Offensief

Vechten tegen windmolens.

WERKGEVEND EN POLITIEK NEDERLAND schudde vorige week zaterdag op z’n grondvesten. Vakbond FNV lanceerde ‘het Offensief’. Maar liefst 0,2% van de FNV-achterban toog naar Utrecht om Tivoli te vullen. De bond wil niet langer in het defensief zijn, maar kiest een offensieve koers.

Dat ging niet vanzelf. Vicevoorzitter Mariëtte Patijn, die dit project in haar portefeuille had, stapte afgelopen week op. Ze is ontevreden over de koers en de strategie van de FNV. Volgens haar zet de bond in op de verkeerde dingen, zoals bevriezing (of zelfs verlaging) van de AOW-leeftijd. Haar plotse vertrek is vervelend voor de FNV. Maar het verrassende nieuws is dat de bond blijkbaar een strategie en een koers heeft. Anders kun je het er moeilijk mee oneens zijn.

Tweede hobbel was het Ledenparlement. Dat moest daags voor de start van het Offensief nog instemmen met dit vierjarige traject. Het Offensief zou €7 miljoen per jaar gaan kosten en het Ledenparlement wilde geen groen licht geven voor de volle vier jaar. Het plan moest worden afgezwakt en het Offensief wordt nu jaarlijks opnieuw tegen het licht gehouden.

Het Ledenparlement stemde een dag voor de aftrap uiteindelijk in. Gelukkig maar voor FNV-voorzitter Han Busker die anders de hele manifestatie had moeten afblazen. Nu kon het doorgaan en kreeg de buitenwereld ook eindelijk te horen wat dat Offensief nu inhoudt.

Want dat was (en is nog steeds) de grote vraag: wat is het Offensief in vredesnaam? Werkgevers en collega-vakbonden vroegen zich dat ook af. En nog is niet helemaal duidelijk welk doel de FNV voor ogen heeft.

Op de website van de FNV staat:

“De FNV vindt dat een eind moet komen aan de doorgeslagen flexibilisering. Mensen moeten gezond hun pensioen halen en dan kunnen rekenen op een goed inkomen. Het sociaal minimum moet omhoog in plaats van omlaag. Dit is geen onmogelijk streven. Toch lijkt dit met het huidige kabinet verder weg dan ooit: we zitten in een race naar beneden. Daarom is het tijd om in beweging te komen! De FNV start daarom een Offensief.”

Je zou denken dat de bond de oplossingen op een presenteerblaadje krijgt aangereikt. Het kabinet-Rutte III gaat veel verder in het indammen van ongewenste flex en doorgeslagen zzp-schap dan het kabinet met de PvdA (van je vakbondsvrienden moest je het dus niet hebben). En ook uit werkgeverskring klinkt steeds vaker de roep om doorgeslagen flexibilisering aan te pakken. Directeur Jurriën Koops van uitzendbrancheclub ABU zei dat onlangs en directeur Harry van de Kraats van werkgeversorganisatie AWVN zei het hem zaterdag na:

“Werkgevers zijn gebaat bij een stabiele arbeidsmarkt met een gelijk speelveld voor alle werkenden. Het is niet de bedoeling dat mensen op de werkvloer tegen elkaar worden uitgespeeld, doordat er wordt geconcurreerd op prijs. We zijn mordicus tegen uitbuiting van werknemers.”

Dat komt de vakbond allemaal niet zo goed uit. Het is niet de bedoeling dat de tegenstanders medestanders worden. Want er moeten leden worden geworven, zieltjes gewonnen. De bond verliest per saldo leden, maar dat is netto. Er komen wel degelijk leden bij, circa 3500-5000 per maand. De FNV ziet dan ook een enorm potentieel en het Offensief zou die potentiële leden kunnen mobiliseren.

De komende vier jaar wil de bond actievoeren. Het kabinet moet dan zonder polderakkoord nieuwe zzp-wetgeving maken, payrolling indammen en doorgeslagen flex bestrijden. De FNV is effe met andere dingen bezig. Die zit de tijd uit en hoopt op een nieuw kabinet met linkse vrienden.

 

Donut

Vooral zure reacties.

KATE RAWORTH WAS ONLANGS in het land en dat hebben we geweten. Deze Britse econoom is de schrijver van het boek ‘Donuteconomie, in zeven stappen naar een economie voor de 21e eeuw’, waarin ze ervoor pleit economische groei als doel in zichzelf los te laten. Milieu- en sociale doelen moeten daarvoor in de plaats komen.

Veel Nederlandse economen reageren als door een adder gebeten op dit boek. De reactie van Harry Garretsen is typerend voor de gemiddelde opvatting onder hoogleraren economie:

Donut recept: maak een volstrekte karikatuur van economen (en de economie), doe alsof geld/neo-liberaal/groei 1 pot nat is, en presenteer een aantrekkelijk tegenbeeld als DE oplossing. #donut https://t.co/zyHhm8iJbo

12:52 PM – 9 Dec 2017

Bas Jacobs kreeg het schuim op de mond. Bij zijn jaarlijstje aan boekentips voor de Financiële Telegraaf kon hij het niet laten Raworth’s donut als anti-tip op te nemen:

“Dit is het intellectueel armoedigste en meest ergerniswekkende economieboek van 2017. Raworth bouwt vele stropoppen van de economie en haar beoefenaren om die vervolgens met veel misbaar omver te trekken. Het is mij een raadsel waarom Raworth zo populair is bij de pers. Zo beweert ze ten onrechte dat economen streven naar maximale economische groei.”

Om eerlijk te zijn zat ik met dit boek in mijn maag. Het was een gemakkelijke optie geweest om het te negeren omdat Raworth’s Nederlandse vakgenoten het niet erg serieus nemen. Anderzijds schrijf ik niet (alleen) voor economen, maar ook voor een breder publiek. En dat ze een snaar raakt, is ontegenzeggelijk het geval.

Uiteindelijk werd het een verhaal voor voorin de krant, waarvoor ik naar haar optreden in het Hofpleintheater in Rotterdam ging en waarvoor ik haar niet in haar eentje interviewde, maar in een dubbelinterview met criticaster Robert Dur, hoogleraar te Rotterdam. In het theater zag ik de aantrekkingskracht van haar betoog om het allemaal anders te gaan doen, in het dubbelinterview kreeg ze weerwoord.

Ter voorbereiding las ik het boek. En ik moet zeggen dat ik de ergernis van economen deel. Ikzelf ben ook economisch opgeleid en ik herkende haar kritiek op de economische opleidingen helemaal niet. Ze schrijft dat ze activist wilde worden voor Oxfam of Greenpeace en dat ze economie ging studeren ter voorbereiding. Dat liep uit op een teleurstelling.

Ze vond tijdens haar studie geen weerklank voor haar bevlogen idealisme. Er kwam nogal wat wiskunde en modellenwerk bij kijken en milieu en klimaat speelden een ondergeschikte rol in de studie. Je vraagt je af of ze niet heel verkeerde verwachtingen had van een studie economie.

Het boek wordt pas echt vervelend als ze een karikatuur schetst van het economisch vakgebied:

“In de twintigste eeuw verloor de economische wetenschap het verlangen om haar doelstellingen te benoemen: bij afwezigheid hiervan werd het economische nest gekaapt door het koekoeksdoel van de groei van het bbp.”

Volgens Raworth zou een zo hoog mogelijke groei het hoogste doel van economen zijn. Dat is een onjuist verwijt. Misschien is het dat het doel van sommige beleidsmakers die met economische ramingen aan de haal gaan. En zelfs dat is niet helemaal waar. Want alle beleidsmakers streven naar groei binnen randvoorwaarden van werkgelegenheid, gelijkheid en milieu. Het hangt van je politieke voorkeur af hoe zwaar die randvoorwaarden wegen en of het wel echt randvoorwaarden zijn.

Het irritante is dat Raworth gewiekst overal mee wegkomt. Ze wil haar punt maken ten koste van economen, maar zelf zegt ze dat het haar niet om de econoom te doen is maar om de economische opleiding:

“Mijn boek gaat niet over economen, maar over Economie zoals studenten dat onderwezen krijgen. Mijn boek is geen kritiek op wat economen doen, maar kritiek op wat economen moeten onderwijzen aan bachelor-studenten. Zij zijn de politici van de toekomst, de bestuurders in het bedrijfsleven, de activisten, de advocaten, de journalisten. Ik wil de economie-studie veranderen. Want die studie bepaalt hoe we ons gezamenlijk de economie voorstellen.”

Toch voert ze allerlei economen op in haar boek. Het beeld dat ze schetst van de economie-opleiding herken ik in ieder geval niet. Daar komt dan nog bij dat die opleidingen niet meer hetzelfde zijn als dertig jaar geleden. Klimaat en ongelijkheid, om maar twee grote thema’s te noemen, krijgen zeer veel aandacht van huidige economen.

Als Robert Dur zegt dat haar beeld niet strookt met de praktijk van de Erasmus Universiteit, zegt ze dat Rotterdam dan een uitzondering is:

Dur: “Mijn indruk is dat ook macro-economen heel goed begrijpen dat er limieten aan groei zijn.”

Raworth: “Dat college wil ik volgen, Robert! Dat heb ik nog nooit meegemaakt.”

De laatste vraag na haar optreden in het Hofpleintheater was van een consultant die overheden adviseert over milieubeleid. Hij zei dat hij nogal ‘teleurgesteld’ was. Hij miste concrete ‘tools’ van haar. In zijn adviespraktijk bleek het economisch denken nuttiger om tot goed milieubeleid te komen. Op z’n Raworth’s glibberde ze gemakkelijk weg: “Geen wonder dat de economische tools beter ontwikkeld zijn, daar is al 250 jaar aan gewerkt. Deze ideeën zijn vrij nieuw. Laten we over 5 jaar nog eens praten.”

Komende maanden vervolgt Raworth haar zegetocht in andere Europese landen als andere vertalingen uitkomen. Ondanks haar succes zit de kritiek van economen haar duidelijk niet lekker:

O ja, wat is die donut nu eigenlijk? Raworth wil het grafiekje met altijd stijgende groei vervangen door twee cirkels met sociale doelen in het midden en milieudoelen aan de buitenkant. Tussen die twee cirkels (samen een donut) moeten we ons idealiter begeven.

Euro

DAT WAS NATUURLIJK NIET de bedoeling: dat de euro nu alweer duurder zou worden. De Europese Centrale Bank (ECB) was erin geslaagd de euro ten opzichte van de dollar omlaag te krijgen, zodat de exportpositie van de eurozone verbeterde, maar nu stijgt de euro alweer.

Sinds begin 2015 koopt de ECB maandelijks voor tientallen miljarden aan obligaties op. Dat is formeel bedoeld om de inflatie omhoog te krijgen richting 2%. Maar achter de schermen was allang duidelijk dat het drukken van de euro om zo de economie een oppepper te geven een niet onbelangrijke bijbedoeling was. ECB-presidend Mario Draghi slaagde daar al in 2014 in. De speculaties over dit programma en de formele aankondiging ervan duwden de euro omlaag van rond de $1,40 naar circa $1,05.

Maar het daadwerkelijke opkopen van die obligaties hielpen voor het euro-effect verder niet echt meer. Er werd een tijdje gespeculeerd dat euro en dollar richting partiteit zouden gaan, dan is de euro precies $1 waard, maar die kant ging het niet op. Met dank aan de komst van president Donald Trump die stimuleringsplannen voor zijn economie had, ging de euro sinds begin 2015 alweer omhoog.

Die opmars versnelde sinds vorige week. Toen werden notulen van de ECB-vergadering van 13/14 december 2017 bekend. De markten raakten totaal opgewonden van de volgende zin:

“Looking ahead, the view was widely shared among members that the Governing Council’s communication would need to evolve gradually, without a change in sequencing, if the economy continued to expand and inflation converged further towards the Governing Council’s aim. The language pertaining to various dimensions of the monetary policy stance and forward guidance could be revisited early in the coming year.”

Voor een normale sterveling is dit totale abracadabra. Voor Draghi-watchers zit hier veel waardevolle informatie in. Het gaat om de mededeling dat de forward guidance in het begin van dit jaar kan worden gewijzigd. Die forward guidance is de communicatie van de ECB over haar rentebeleid. Op die manier bereid de centrale bank de financiële markten voor op wat komen gaat. Zo worden koerswijzigingen heel geleidelijk ingezet. Draghi gebruikt steeds standaard-zinnetjes na de rentevergadering en elke kleine wijziging in die zinnen zegt iets.

Lange tijd lag de focus op de duur van het opkoopprogramma. Dat is onlangs verlaagd van €60 miljard naar €30 miljard per maand, lopend tot aan september. De vraag is nu of het programma na september helemaal wordt afgebouwd en wanneer dan de eerste renteverhoging gaat plaatsvinden.

De meeste ECB-experts rekenen pas in 2019 op die eerste renteverhoging. Misschien nog net voordat de termijn van Draghi als bankpresident in november van dit jaar afloopt. Maar deze notulen voedden de afgelopen dagen de speculaties over een eerdere rentestap en prompt schoot de euro omhoog. Draghi moet volgende week na de rentevergadering praten als Brugman om die euro weer omlaag te krijgen.

Een dure euro is voor Nederland exportland slecht nieuws. De concurrentiepositie verslechtert erdoor. Gelukkig gaat de meeste export nog altijd naar andere eurolanden, dus daar speelt dat probleem niet. Voor onze koopkracht is het goed, want een dure euro drukt de inflatie. Per saldo is het geen goed nieuws voor onze economie.

Overigens moet de euro wel heel duur worden en die hoge koers moet langdurig aanhouden. Rabobank-econoom Menno Middeldorp rekende voor de Financiële Telegraaf door wat de effecten zouden als de euro een tijdlang $1,50 zou zijn. De export naar de VS daalt dan volgend jaar met 4%, de economische groei pakt 0,7 procentpunt lager uit en de inflatie 1,3 procentpunt.

Zijn nuchtere commentaar:

“Kortom, zelfs onder wat extremere aannames geen recessie of zo.”

Linkjes

‘De banen zoals we die nu kennen, gaan verdwijnen’ – interview met Viktor Mayer-Schönberger in NRC Handelsblad over de opkomst van platformeconomie en techgiganten.

‘Sociale media dreigen democratie te privatiseren’ – interview met Margrethe Vestager in De Tijd over de impact van sociale media en (opnieuw) techgiganten.

 

Davos

Lekker koud in Davos.

KOMENDE WEEK BEN IK in Davos bij het World Economic Forum. Donald Trump komt op de laatste dag, dus daar wordt in ieder geval naar uitgekeken. Verder zijn daar tal van economen zoals Kenneth Rogoff en Robert Shiller, heel veel ceo’s zoals Dick Boer, Paul Polman en Feike Sijbesma, en vele politici zoals Emmanuel Macron, Theresa May en Jean-Claude Juncker.

En ik ben er dus ook. Ik doe uiteraard verslag op onze site en in de krant, maar ook via Facebook. Like en volg mijn pagina!

https://www.getrevue.co/profile/martinvisser/issues/martin-visser-editie-21-over-donuts-davos-vijfjaarsbanen-en-vechten-tegen-molens-90675?utm_campaign=Issue&utm_content=view_in_browser&utm_medium=email&utm_source=Martin+Visser