Tags

Hoekstra verdedigde dapper het standpunt van de Hanze-groep, maar vergat het Nederlandse belang (Coen Teulings, Expert/fd, 14-12-18): verkeerde economische aannamen ruïneren de EU

Als eerste artikel ‘Hoekstra verdedigde dapper het standpunt van de Hanze-groep, maar vergat het Nederlandse belang’, waarbij Coen Teulings kanttekeningen plaatst.

Wat is het Nederlandse belang? Die vraag moet door Wopke Hoekstra’s hoofd hebben gespeeld toen hij begin december in Brussel onderhandelde over een begroting voor de eurozone. De minister van Financiën verkoos daar fel op tegen te zijn, en leidde met dat standpunt een alliantie van acht kleinere eurolanden, ook wel bekend als de Hanze-groep.

De discussie gaat terug tot de onderhandelingen over het verdrag van Maastricht in 1991. De muur was gevallen. Duitsland zou herenigd worden en zich meer op het oosten richten. Zowel Duitsland als Frankrijk wilde voorkomen dat Duitsland zich van West-Europa zou afwenden, en een gemeenschappelijke munt was daartoe het middel.

Voor mij is deze laatste zin nieuw als ‘gegeven feit’. Waarom zou Duitsland zich van West-Europa afwenden? In dit verband merk ik ook op dat Mathieu Segers deze week in de Groene Amsterdammer schrijft over ‘Wopkes bluf’. En van mening is dat Hoekstra zich vergist maar zich anders en misschien contrair aan Teulings opstelt.

Economen waarschuwden onmiddellijk dat een muntunie zonder begrotingsunie een recept voor ellende is. Zonder gemeenschappelijke begroting om risico’s te delen zou de muntunie in crisistijd in problemen raken.

Dit is het bekende standpunt van economen en naar mijn mening te rationeel economisch gedacht, alsof er in de politieke werkelijkheid een logica bestaat die daartoe zou dwingen.

Maar de landen van de EU wilden zelf blijven beslissen hoeveel geld ze overhadden voor gezondheidszorg, onderwijs en oudedagsvoorzieningen. Dus werd de zeggenschap over hun begrotingen niet aan Brussel overgedragen. Het onderlinge wantrouwen was bovendien toen al groot. De angst was toen al dat een begrotingsunie zou uitdraaien op een transferunie met een permanente geldstroom van Noord naar Zuid.

Dit is vanuit nationaal soevereiniteits-denken volkomen normaal en de uitkomst van de eurocrisis heeft niet bewezen dat die economische logica onvermijdelijk is en dis geldig is.

En dus ging de muntunie zonder begrotingsunie van start. De onderhandelaars waren zich bewust van de risico’s. Zij speculeerden erop dat dit probleem zou worden opgelost als de nood aan de man kwam.

Renteverschillen

Welnu, de nood kwam aan de man. Tijdens de hoogtijdagen van de eurocrisis liepen de renteverschillen tussen de eurolanden snel op. De kredietwaardigheid van landen loopt altijd iets uiteen — soms structureel, vaak door toevallige omstandigheden — maar in tijden van crisis vluchten beleggers naar het veiligste land. Daardoor stijgt de rente in probleemlanden, terwijl die in de veilige landen daalt. De problemen van landen in moeilijkheden worden daardoor alleen maar erger.

Dat heeft de gang van het zoeken naar oplossingen ook sterk bemoeilijkt, maar dat probleem kan ook geweten worden aan de willekeurige norm van 3% -begrotingstekort genoemd mag worden mijn stelling is dat als in het EMU verdrag van Maastricht gekozen was voor 4% in plaats van 3, de problemen veel sneller opgelost waren, mede omdat daardoor de sociale paragraaf van het Verdrag van Maastricht ook beter uit de verf was gekomen. De eurocrisis heeft de teneur van een neoliberale trend duidelijk bevestigd en dat was volkomen onnodig. Bovendien was de Tweede Kamer ook altijd fel tegen een aparte eurozonebegroting. Niet dat dat de leidraad moet zijn voor de minister van Financiën, want hij zet zijn eigen beleidskoers uit, maar voor hem is het plezierig dat hij zo dicht mogelijk in de buurt komt van de opvattingen van de Kamer, terwijl hij natuurlijk de opdrachten vanuit het regeerakkoord uitvoert.

Het Verenigd Koninkrijk, zwaar getroffen door de kredietcrisis vanwege zijn grote financiële sector, kon destijds aan die problemen ontsnappen doordat het geen lid was van de muntunie. Door de devaluatie van het pond werd de Britse schuld in euro’s uitgedrukt kleiner, dus makkelijker af te lossen.

Die muntunie zal een eeuwig twistpunt blijven vanwege de onmogelijkheid van een nationale devaluatie van de munt, en de vraag zal in de toekomst beantwoord moeten worden of dit een weeffout was van ‘Maastricht’. Vanuit de economische monetaire theorie wellicht wel, maar de vraag is of de economische scholen hierin bepalend moeten zijn.

Frankrijk en ook Spanje stonden er indertijd financieel zeker niet slechter voor dan het Verenigd Koninkrijk. Maar zij hadden als lid van de munt­unie geen mogelijkheid te devalueren. Dus zagen zij het renteverschil met Duitsland en Nederland oplopen. Waar de rentelast van de Britten omlaag ging, nam hij voor Spanje en Frankrijk juist toe.

In de eurozone is in die cruciale jaren daardoor te veel bezuinigd: de financieringstekorten waren in de ­eurozone gemiddeld lager dan elders in de wereld (niet hoger, zoals vaak wordt gedacht). Ook Nederland heeft in die periode mede zoveel bezuinigd om te voorkomen dat het in de kop van het peloton zou komen. Was er een gemeenschappelijke eurozonebegroting geweest waarin risico’s werden gedeeld, dan waren de lidstaten niet collectief naar de nooduitgang gevlucht en was het herstel in de eurozone een stuk eenvoudiger geweest.

Vreemd dat de noodzaak tot bezuinigen hier alleen wordt gekoppeld aan de EMU-normen van eerder benoemde begrotingstekorten die dus volgens Teulings lager lagen dan elders in de wereld, maar dat was natuurlijk de bewuste opzet van de EMU om de concurrentiepositie van de EU te versteken.

Gemeenten

Wat geldt voor de verhouding tussen de eurolanden geldt precies zo voor de gemeenten van Nederland. Ons land is één grote transferunie tussen gemeenten, via de belastingen en de uitkeringen aan gemeenten vanuit het Gemeentefonds. Sommige gemeenten zijn nettobetaler, anderen netto-ontvanger.

Hieruit mag dus worden afgeleid dat de transferunie op nationaal niveau geen probleem is, maar op transnationaal niveau wel. Dat argument heb ik in Kamerdebatten nog nooit gehoord.

Heerlen ontvangt al jarenlang nettotransfers uit het Gemeentefonds. Niemand die erover klaagt.

Gelukkig hebben de onderhandelaars van het verdrag van Maastricht gedeeltelijk gelijk gekregen. Ierland, Spanje en Portugal ontvingen tijdelijke steun. Zij staan er nu weer prima voor, met name Ierland. Deze landen zijn op de langere termijn beschouwd sowieso drie Europese succesverhalen. Spanje en Portugal zijn pas sinds 1975 de weg naar democratie in geslagen. Rond 1980 was Ierland het armste land van de EU. Alle drie hebben sindsdien een stormachtig ontwikkeling doorgemaakt. Dit succes was alleen mogelijk dankzij de steun van de EU. Dat bood exportkansen, en daar hebben alle lidstaten van geprofiteerd.

De vraag is of dit ook voor Griekenland geldt.

Wopke Hoekstra heeft zich in Brussel standvastig verzet tegen een transferunie. Daarvoor hulde. Maar is dat verzet echt in het Nederlandse belang? Had exportland Nederland tijdens de crisis niet veel meer belang gehad bij een spoedig herstel van de eurozone als geheel? Dat behoeft misschien ­nadere reflectie.

Hier valt op dat Hoekstra zich geheel naar Nederlands belang heeft opgesteld als naar de Kamerwensen wordt geluisterd, maar dat Segers vindt dat ons land zich eerder op het EU als geheel had moeten richten en met de Hanze-staten zich op gevaarlijk pad heeft bewogen.

[Coen Teulings is universiteitshoogleraar economics, institutions & society, Universiteit Utrecht. Reageer via expert@fd.nl]
https://fd.nl/opinie/1282054/is-samenwerking-met-de-hanze-groep-in-het-nederlandse-belang
0-0
Italiaanse rente weer omlaag na overleg regering en Brussel (Erik van Rein, Financiële markten/fd, 14-12-18): budgettaire chaos van Italië maakte dominantie maffia mogelijk
Beleggers zijn optimistisch nu de Italiaanse regering bereid lijkt het begrotingstekort voor volgend jaar iets te verlagen. Voor de tweede dag op rij daalt de rente op de belangrijkste Italiaanse staatsobligatie.
Het rendement dat beleggers krijgen op de staatslening met een looptijd van tien jaar loopt donderdagmiddag ongeveer tien basispunten terug tot 2,92%. Ook het verschil in risicopremie dat beleggers vragen voor de Italiaanse lening en de Duitse tienjaarsobligatie loopt terug. Die zogeheten spread is 262 basispunten, het laagste niveau sinds oktober dit jaar.
Ook op de aandelenbeurzen was het feest. De FSTE MIB in Milaan sloot net als dinsdag hoger. Bankaandelen die veel staatsobligaties op hun balans hebben, deden het opnieuw goed.
Begrotingstekort
Woensdagavond bevestigde de Italiaanse regering de geruchten die eerder die dag al rondgingen: de Italianen zijn bereid het begrotingstekort volgend jaar niet verder op te laten lopen dan 2,04% van het bruto binnenlands product (bbp) in plaats van de eerder genoemde 2,4% van het bbp.
De Europese Commissie en de Italiaanse regering van coalitiepartijen Vijfsterrenbeweging (M5S) en Lega hebben al maanden ruzie over dat begrotingstekort. Brussel wil niet dat de Italiaanse staatsschuld, die nu al torenhoog is, verder oploopt en dreigt met sancties als de Italiaanse regering haar begroting niet aanpast. Maar Rome wil extra geld uitgeven om verkiezingsbeloftes waar te maken, zoals de invoer van een basisinkomen en een versoepeling van het pensioenbeleid.
Die verkiezingsbeloften blijven een uiterst merkwaardig verhaal, aangezien onhoudbare beloften niet deugen en verboden zouden moeten worden. Populisme ten top en geheel tegen de EU-regels in. Als de Commissie hiertegen niet durft op te treden, dan wordt iedere lidstaat een vrij mandaat gegeven. Daar moet een einde aan komen.
Gevolg van een minder hoog begrotingstekort is wel dat Lega-leider Matteo Salvini en M5S-voorman Luigi di Maio hoogstwaarschijnlijk minder geld over hebben voor deze plannen. Dat kan zorgen voor spanningen in de coalitie.
‘Serieus en redelijk bod’
Maar premier Giuseppe Conte liet woensdagavond weten dat de regering voorlopig niet terug zal komen op die verkiezingsbeloftes. ‘We hebben een serieus en redelijk bod gedaan’, zei hij na afloop van een ontmoeting met voorzitter Jean-Claude Juncker van de Europese Commissie.
Maar het is de vraag of de verlaging goed genoeg is voor de Europese Commissie. Eurocommissaris Pierre Moscovici leek er donderdag op te hinten van niet. ‘Het is een stap in de goede richting, maar we zijn er nog niet’, zei hij volgens de Financial Times.

Frankrijk

Wat de Italianen wel in de kaart speelt, is dat ook Frankrijk zijn begrotingstekort waarschijnlijk ziet oplopen, waarschijnlijk naar 3,4% van het bbp. Dat is het gevolg van het pakket noodmaatregelen dat president Emmanuel Macron eerder afkondigde, met onder meer een verhoging van het minimumloon. Zowel Di Maio als Salvini liet eerder weten het onacceptabel te vinden als Frankrijk daarmee wegkomt terwijl de Europese Commissie op ramkoers ligt met Italië.

Hiermee heeft Italië gelijk en aangezien Macron nog geen invulling heeft gegeven aan de extra bezuinigingen die het noodpakket noodzakelijk maken, is het afwachten wat hij gaat voorstellen. Vanwege zijn EU-hervormingsplannen moet hij wel met iets van een aanbod aan tafel komen. Wat ook opvalt is dat zowel Frankrijk als Italië worstelen met een gebrekkig sociaal stelsel (Italië kent geen bijstandswet) zodat de sociale harmonisatie van de EU in een noodsituatie verkeert. En daar doet de Commissie klaarblijkelijk niets aan (want een nationale aangelegenheid).

https://fd.nl/beurs/1282050/italiaanse-rente-opnieuw-omlaag-na-overleg-regering-en-brussel

0-0

Bulldozer van Baudet stapt nu zelf de politieke arena in (Bas Knoops, Politiek/fd, 14-12-18): hoe ambitieus FvD ook is, de politieke vleugel van een denktank liep vanaf de start achter het feit van het bestaan van de EU aan en zette de partij op structurele achterstand

Mediastrateeg

De man, Henk Otten, die de afgelopen jaren in de luwte van partijleider Thierry Baudet Forum omvormde van een denktank tot een politieke partij betreedt nu zelf de politieke arena. Otten was in 2015 medeoprichter van het FvD, penningmeester, fractiemedewerker in de Tweede Kamer, scout van politiek talent en bovenal mediastrateeg.

FvD is geen normale politieke partij, stelt Otten, maar een onlinebeweging. Een van de eerste dingen die hij deed was sociale media inzetten om de politiek toegankelijker te maken. De talloze filmpjes waarin Baudet wekelijks ageert tegen de Europese Unie, en het kabinet Rutte III komen mede uit zijn koker. ‘Daarin liepen wij voorop. FvD is een mediabedrijf met een politieke tak.’

‘Forum voor Democratie is een mediabedrijf met een politieke tak’• Henk Otten, FvD-lijsttrekker voor de Eerste Kamer

Boerenzoon in fusies

Henk Otten, boerenzoon uit het Drentse Hijken, wist al op jonge leeftijd: ik wil de wijde wereld in. Hij toog naar Groningen om rechten en economie te studeren.
Zijn eerste baan vond hij begin jaren negentig op de Amsterdamse Zuidas, als advocaat-stagiair bij Loeff Claeys Verbeke, later opgegaan in Allen & Overy. Hij werkte vervolgens als zakenbankier voor Rabobank en Lehman Brothers in Hongkong en Londen en begon in 2003 voor zichzelf: als adviseur bij fusies en overnames, gespecialiseerd in media en telecom. Zo was hij betrokken bij de overname van Ben door T-Mobile.
Baudet kent Otten al zo’n tien jaar. Via een gemeenschappelijke vriend, advocaat Michiel Visser. Ze praatten veel over politiek en deelden een onvrede over de EU en het economisch en immigratiebeleid van de kabinetten Rutte.
Executieman
Aanvankelijk was het idee om van FvD een denktank te maken, maar na het referendum over het associatieverdrag met Oekraïne in 2016 besloten Baudet en Otten een politieke partij op te richten. Forum was één van de aanjagers van die volksraadpleging. ‘Wij voelden ons belazerd door de wijze waarop Rutte met de uitslag omging’, zegt Otten. ‘We moesten iets doen.’
Algemeen is bekend dat het referendum over Oekraïne uit halve en hele onwaarheden bestond (wat door Jan Roos werd toegegeven) en dus uitgroeide tot een instrument om het zittende kabinet Rutte 2 zo moeilijk mogelijk te maken. Daarmee werd ook duidelijk dat de tijdelijke referendumwet niet streng genoeg was opgetuigd (waardoor ook D66 op haar verkiezingscongres alsnog het idee verwierp) en de staatscommissie Remkes heeft dus terecht wel strenge normen voorgesteld: als 33,3% van de kiesgerechtigden het wetsvoorstel afkeurt, dan is het afgewezen.
Dat percentage behelst dus een derde van alle stemgerechtigden en dat is een aanzienlijk deel van het electoraat, zodat nu voorstanders van een aangenomen wet met zekerheid kunnen komen opdraven als er geen risico’s op afwijzing aanwezig is, zodat hun gang naar het stemlokaal niet tevergeefs is. Ik stel overigens vast dat Otten als strateeg bewust heeft meegewerkt aan alle malversaties en dat kenmerkt zijn dubbelheid: jurist en advocaat maar wel meewerken aan valse desinformatie.
Die dadendrang komt voormalige collega’s uit de advocatuur, bancaire sector en m&a-wereld bekend voor. Het FD sprak, onder voorwaarde van anonimiteit, met zes van hen. Zij typeren Otten als een harde werker, veeleisend, rigide, direct, intelligent, uitgesproken en compromisloos.
Kortom, iemand uit de oude ‘doos’, in dit geval de oude politiek en gevaarlijk omdat, zoals hieronder staat, relativeringsvermogen mist. Een ijzervreter die compromisloos te werk gaat en dat is herkenbaar aan het optreden van Baudet in de Kamer. Uiterst rechts als algemeen kenmerk, zoals hieronder ook al wordt gesignaleerd, maar wel oog voor de onderkant van de samenleving; dat wel. Maar als je de VVD te links vindt, dan zegt dat ook genoeg.
‘Henk is een echte Draufgänger, een ijzervreter’, zegt een oud-collega bij Loeff Claeys Verbeke. ‘Een enorm toegewijde, harde werker, maar hij mist relativeringsvermogen. Daardoor kan hij lastig zijn voor zijn omgeving.’
Een fusie- en overnameadvocaat die veel met Otten samenwerkte, omschrijft hem als een ‘executieman’. ‘Als Henk iets moet oplossen, gebeurt het ook. Hij gaat ver in concessies doen voor de zaak. Vrije tijd heeft hij nauwelijks.’ Henk is een echte dealmaker, zegt een relatie uit de telecombranche. ‘Altijd gefocust op de zaak. Iemand die tot het gaatje gaat.’
Slecht geregeerd
Mensen uit zijn omgeving zijn niet verbaasd dat hij voor Forum de politiek in gaat. Sterke, rechtse ideeën had hij altijd al. ‘De sociaaldemocratie was niet zijn stijl’, zegt de ex-collega bij Loeff Claeys Verbeke.

Een andere advocaat stelt dat Otten al langer vond dat Nederland slecht wordt geregeerd. ‘Henk maakt zich zorgen over het onderwijs, de zorg en de verzorgingsstaat. Hij hekelde dat er in tijden van crisis zo hard werd bezuinigd door Rutte. Dat ging ten koste van de koopkracht aan de onderkant van de samenleving.’

VVD te links

In zijn studententijd stemde Otten nog op Hans van Mierlo, vanwege de democratische vernieuwing die diens partij D66 voorstond. Later ging zijn stem naar de VVD en was Frits Bolkestein zijn man. Maar de VVD werd in zijn ogen te links.

In Pim Fortuyn vond Otten een nieuw politiek voorbeeld. Na diens dood probeerde hij korte tijd de boel vlot te trekken bij de LPF, nadat de partij ten onder dreigde te gaan aan interne ruzies. Onbegonnen werk. Daar leerde Otten hoe je vooral niet een nieuwe partij moet leiden en besturen, zeggen betrokkenen binnen het FvD. LPF-toestanden wil hij koste wat kost voorkomen.

Maar begin dit jaar ontstond ook binnen Forum onrust. Een aantal partijprominenten eiste meer zeggenschap voor leden en lokale afdelingen. De kritiek richtte zich vooral op de in hun ogen autoritaire bestuursstijl van Otten, die geen macht wilde delegeren aan de regio. Enkele kritische leden werden geroyeerd of stapten zelf op.

Op missie

Een van hen was Gert Reedijk, nummer acht op de kandidatenlijst voor de Tweede Kamerverkiezingen van 2017. Hij omschrijft Otten als een ‘bulldozer’, iemand met een ‘enorme drive’. ‘Thierry is het uithangbord van Forum, maar Henk is de motor. Hij heeft de partij opgebouwd.’
Er is alleen één probleem, zegt ook Reedijk. ‘Henk kan niet delegeren. Dat is een lastige eigenschap die de samenwerking heeft doen mislukken. Forum begon als een roeiboot, maar is uitgegroeid tot een passagiersschip. Dan moet je macht delegeren.’
Otten vindt de onrust in zijn partij opgeblazen door de media. ‘Het waren vijf mensen. Dit hoort bij een nieuwe partij.’ Tien jaar geeft hij zichzelf, dan moet de infrastructuur van FvD er staan. Dat betekent een grotere Tweede Kamerfractie, zetels in Brussel, de provincies en de senaat.
Is dit opbouwwerk in de luwte wel te combineren met een optreden in de politieke schijnwerpers? ‘De senaat vergadert alleen op dinsdag en ik kan snel lezen. Bij FvD doen we veel dingen parallel. We zijn op missie.’
[Cv: 1967 Geboren in Assen1985 Studies economie en rechten in Groningen1992 Advocaat-stagair bij Loeff Claeys Verbeke, maar hij maakt de driejarige beroepsopleiding niet af1995 Rabobank Hongkong1997 Rabobank Amsterdam1999 Lehman Brothers Londen2003 Oprichting eigen advieskantoor Ms2 Capital2015 Oprichting Forum voor Democratie]

Ter afsluiting van deze beschouwing over FvD kan worden opgemerkt dat het een ware nieuwe loot betekent aan de politieke horizon van ons land op dit moment, in afwachting of het een blijvende loot zal worden aan dat firmament of schouwspel.

De partij gaat onherroepelijk problemen krijgen met het verkiezingsthema en dus belofte om ons land uit de EU te krijgen, ons lidmaatschap op te zeggen. Dat zal onmogelijk blijken te zijn en zijn de oprichters ook te laat. Stoppen met de EU is onmogelijk want daarvoor al teveel een vast verankerde institutie die niet meer weg te denken is uit de geopolitieke context. FvD is te laat met deze wensdroom op het politieke toneel verschenen aangezien alleen nog maar hervorming tot de opties behoort. Maar daarvoor zijn de anti-EU-sentomenten te zwak en te weinig coherent , zodat dat streven dus per definitie op een teleurstelling uit loopt. Dan rest alleen nieuwsgierigheid van waarnemers hoe de partij zich uit deze precaire situatie zal weten los te maken.

https://fd.nl/achtergrond/1282078/bulldozer-van-baudet-betreedt-nu-zelf-de-politieke-arena

0-0

Hervormer Macron en de macht van de straat (Daan Bellegeer en Kleis Jager, Macro-economie/fd, 14-12-18): briljante generaties studenten van de eliteopleiding ENA [https://www.ena.fr/] zoals Macron en al zijn voorgangers, staan machteloos tegenover de macht van de straat

Einde van de maand versus einde van de wereld

In het kort

Al weken rommelt het in Frankrijk, waar demonstranten in gele hesjes tegen veel meer strijden dan alleen een hogere brandstofprijs. President Emmanuel Macron wil de economie hervormen, maar zijn afstand tot het volk maakt dat niet eenvoudig. De protesten staan in een lange traditie, de uitkomst ook: de macht van de menigte is groot.

Op zichzelf is deze typering van Frankrijk volkomen juist, maar mijn verwachting was wel dat Macron zowel wat intelligentie/intellect als qua creativiteit en ambitie het voornemen had om ziujn land behalve in economische zin te hervormen, maar ook sociaal. De opstand die op de dieselaccijns is ontstaan, heeft hem duidelijk overvallen. Hij weet natuurlijk dat hij zijn EU-ambities ook kan vergeten als hij geen balans kan vinden tussen het economische en sociale in zijn land. Daarom vertrouw ik erop dat hij nog met duidelijke sociale hervormingen gaat komen in combinatie met bezuinigingen op ander vlak, bijvoorbeeld defensie. Ik heb al eerder geschreven [https://aquariuspolitiek.wordpress.com/2018/12/08/politiek-toont-een-paradoxaal-patroon-en-daarom-niet-meer-bereikbaar-voor-de-bevolking-zowel-in-frankrijk-als-bij-ons-fd-gelehesjes-politieketransitie-eu-emmanuelmacron/] over zijn positie en voorgesteld dat hij de onderste inkomensgroepen geheel belastingvrij maakt en ze ook gaat voorzien van elektrische auto’s in ruil voor hun oude diesels, die niet in Afrika terecht mogen komen of andere markten.

De Franse president Emmanuel Macron heeft er tot €12 mrd voor over om de sociale vrede terug te kopen na de volkswoede gehuld in gele hesjes. Met dat bedrag aan hogere uitgaven en gemiste belastinginkomsten zakt Frankrijk naar alle waarschijnlijkheid door de begrotingsgrens die voor Europa nog net aanvaardbaar is: een tekort van 3%.

We zijn nu als EU in de fase van evolutie aanbeland waarin de straat en de macht van de grote getallen het kunnen opnemen tegenover de Brusselse bureaucratie en neoliberalen, die nu toch op het dode punt zijn aanbeland dat hun idealen van vroeger niet meer opgaan. Het neo- ofwel eenzijdige economische liberalisme heeft zijn onschuld verloren nu blijkt dat de globalisering zich totaal anders ontwikkelt dan de economen altijd dachten met de onzichtbare hand van Adam Smith.

Deze globalisering maakt – zoals we nu ontdekken – de wereld kapot vanwege de verkeerd effecten op het klimaat die een verwoestende uitwerking dreigen te hebben. Dat maakt dat als Teulings gelijk heeft dat de staatsschulden begrotingstekorten binnen de eurozone wel meevallen vergeleken bij onze concurrenten, we de 3% van Maastricht (EMU) net zo goed kunnen wijzigen in 4% zodat de EU op slag veel socialer zal worden, want dan kan er ook op de sectoren van onderwijs en zorg worden geïnvesteerd, dat nu buiten ons land alleen voor de rijken in de EU mogelijk is in private scholen en zorgklinieken.

Die wanverhouding dient te verdwijnen en de Gele Hesjes hebben ons daarvoor – dat neveneffect – onze ogen geopend. En zo ontstaat er plotsklaps een nieuw perspectief voor de EU, die een sociale inhaalslag kan maken zonder financiële dogma’s of dogmatiek.

Het dateert ondertussen al van 1974 dat Parijs een begroting in de plus wist af te leveren. De overheidsschuld zit rond de 100% van het bruto binnenlands product (bbp).

Die oude geschiedenis is nu niet van toepassing – zoals hierboven al geformuleerd – op Frankrijk onder Macron. Alleen vanwege het feit dat hij als uitgesproken (links, D66-)liberaal bekend staat en dus niet gehinderd wordt door oude politieke dogma’s.
Lastig bezuinigen
‘Het probleem van de Fransen is dat ze een overheid willen die eenzelfde dienstverlening geeft als in Scandinavische landen, zonder dat ze de belastingen willen betalen die nodig zijn om dat te financieren’, zegt Jean Pisani-Ferry, vooraanstaand econoom en voormalig adviseur van Macron. ‘Dat is op te lossen door efficiënter om te springen met de overheidsmiddelen en door meer keuzes te maken in de uitgaven.’
In dat geval zal er ook aan de Scandinaviërs gevraagd moeten worden hoe ze dat voor elkaar hebben gekregen ofwel georganiseerd hebben en ten koste van wat op hun rijksbegroting.
‘Fransen willen eenzelfde dienstverlening als in Scandinavische landen, zonder er de belasting voor te betalen’• Jean Pisani-Ferry, econoom
Gemakkelijk is anders, stelt William De Vijlder, hoofdeconoom van BNP Paribas. ‘Bezuinigen als het economisch slecht gaat is een slecht idee, maar het blijkt in Frankrijk ook heel moeilijk om dat te doen als het voor de wind gaat. We zijn nu immers al voorbij de piek van de hoogconjunctuur.’

Zoals in alle voorgaande commentaren door mij is beschreven dat alles aan het veranderen is binnen de EU, zo gaat dat nu ook op voor Frankrijk, dat onder Macron een ander leiderschapsfiguur heeft dan al zijn voorgangers. Macron wil zeker een duidelijk economisch én sociaal stempel drukken, waar dat economische voor sociaaldemocraten praktisch onmogelijk was. Daarbij heb ik al genoeg redenen aangegeven waarom ook de EMU best een nieuw laagje vernis kan gebruiken. De beruchte percentages (vooral 3%) kunnen kortom worden gewijzigd.

Hij waarschuwt wel voor een overdreven focus op het begrotingstekort. ‘De economische groei op lange termijn, waar Macron zich met zijn arbeidsmarkthervorming en stimulering van innovatie op richt, is belangrijker. Als die hoog genoeg ligt, daalt de schuldgraad.’

En daarvoor is Macron de juiste man op de juiste plaats.

Onrechtvaardig beleid

Frankrijk heeft de afgelopen jaren veel geld gestopt in het verminderen van problemen in plaats van ze op te lossen, vertelt Pisani-Ferry. ‘Er gaat jaarlijks €40 mrd naar huisvesting, zoals woon- en bouwsubsidies. Dat is 2% van het bbp! Toch zijn de resultaten niet bijzonder. Het zou beter zijn om problemen in de marktwerking aan te pakken, zoals het feit dat er door allerhande bouwrestricties te weinig woningen bij komen.’

Het was juist met een campagne gericht op hervormingen dat Macron verkozen is, merkt Pisani-Ferry op. ‘De afgelopen tien jaar is het gemiddeld reëel inkomen per gezin ondanks de economische groei stabiel gebleven. Macrons diagnose was dat mensen geen toekomstperspectief meer zagen, en dat wilde hij hun weer geven. Maar hij is er niet in geslaagd om het vertrouwen te behouden van de Fransen dat hij daarin zal slagen. Ze verwijten hem dat zijn beleid sociaal en fiscaal onrechtvaardig is.’

Hier wordt precies aangegeven wat ik hierboven al veronderstellenderwijs schreef.

Groene taks

Het verhitte debat over de groene taks legde de kloof tussen twee bevolkingsgroepen bloot: zij die bezig zijn met het einde van de maand en zij die bezig zijn met het einde van de wereld, zegt Pisani-Ferry. ‘Dat soort problemen los je niet met een pennenstreek op. Macron zoekt vooral naar langetermijnoplossingen, maar mensen willen resultaten zien op kortere termijn.’

Hier doet zich het identieke probleem voor van alle EU-lidstaten: ‘de groene taks legde de kloof tussen twee bevolkingsgroepen bloot.’ Dat soort effecten heb je ook niet in de (eigen) hand, maar met de reparatie ervan wel: daar kan gericht beleid op worden losgelaten.

De inspanningen van de regering om de arbeidsmarkt minder rigide te maken is werk van lange adem, erkent De Vijlder. Denk aan het verminderen van de ontslagbescherming of het omscholen van werklozen. ‘Ondertussen blijft de werkloosheid structureel hoog. In Duitsland duurde het ook jaren eer de grondige arbeidsmarkthervorming van 2003 vruchten afwierp. En die creëerde veel slechtbetaalde banen, waardoor het armoederisico in Duitsland bij werkenden nu hoger ligt dan in Frankrijk.’

Daar Duitsland had ook te maken met de eenwording van West- en Oost-Duitsland en dat kostte Bonn investeringskapitalen met de omvang van een Marshallplan. Vandaar het ‘zieke’ Duitsland van die dagen.

Dat Macron op zo veel weerstand stuit, komt volgens De Vijlder doordat hij te weinig rekening houdt met de impact van zijn hervormingen op de verschillende soorten gezinnen. ‘Voor mij draait het fenomeen van de gele hesjes om het besef dat beleid niet over de gemiddelde Fransman gaat. Als de Franse regering die les niet trekt bij zijn toekomstige beslissingen, komen er alleen maar meer protestbewegingen. Die weten nu immers dankzij de gele hesjes dat het effect heeft om de straat op te gaan.’
Het gaat de hele EU, en niet alleen Frankrijk, om een sociaal rechtvaardige volkshuishouding en ook op dat terrein valt er voor Macron veel krediet te winnen. Hij is slim genoeg om dat verstandig en effectief aan te pakken.
Gele hesjes versus witte boorden
De gele hesjes hebben typisch Franse trekken, maar de krachten die de beweging veroorzaakten zijn overal aan het werk.

Een heel leger schrijvers, denkers, politicologen en sociologen heeft zich de afgelopen weken gestort op de gele hesjes. Ze wijzen op de overeenkomst met de sansculottes, die democratische hervormingen eisten aan het eind van de achttiende eeuw tijdens de Franse Revolutie. En op 1968. Toen waren het studenten, nu zou het de middenklasse zijn die vindt dat eigenlijk alles anders moet. Nog korter geleden: 1995. Een grote staking en een serie massademonstraties maakte korte metten met het hervormingselan van president Jacques Chirac.

Straat doet ertoe

De straat doet ertoe in Frankrijk, zoveel is duidelijk. Sinds 1958 is dat voor een belangrijk deel te wijten aan de Vijfde Republiek. Dit stelsel, bedacht door de oude generaal Charles de Gaulle, die zijn land wilde behoeden voor chronische instabiliteit, geeft erg veel macht aan de president. Is deze ‘republikeinse monarch’ eenmaal gekozen, dan krijgt hij meestal een ruime meerderheid in de parlementsverkiezingen, die altijd direct volgen op de présidentielles.

Vervolgens liggen de krachtsverhoudingen voor vijf jaar – vóór 2002 zeven jaar – vast. Wie invloed wil hebben moet dus de straat op, tot de macht buigt.
Dat is precies wat de gele hesjes hebben gedaan. Ze bezetten overal rotondes en péages, brachten uren door rond bergen brandende pallets en rukten drie keer op naar Parijs, waar een deel van hen barricades opwierp en de oproerpolitie trotseerde. Uiteindelijk kregen ze deels hun zin.

Maar de verschillen tussen de gilets jaunes en eerdere Franse demonstranten zijn groter dan de overeenkomsten. Eigenlijk was er in het verleden niets wat erop lijkt. Niet eerder was er een sociale beweging waarvan het hart werd gevormd door werkende armen, de lower middleclass en gepensioneerden uit die bevolkingslagen. De rol van sociale media is ook nieuw, net als het gebrek aan organisatie – er kwam geen partij of vakbond aan te pas.

Bijna alles maakte deze revolte uniek, maar de voedingsbodem kennen we wel. De gilets jaunes – vooral een roep om fiscale rechtvaardigheid in de visie van de Franse econoom Thomas Piketty – zijn het product van een omwenteling die we overal kunnen waarnemen. De rekening van de globalisering blijkt hoger dan verwacht. Niet alleen arbeiders werden afgeschreven, ook een aanzienlijk deel van de middenklasse raakte verzwakt.

Die ontwikkeling heeft samenlevingen uit elkaar gedreven en de veelbesproken kloof is niet alleen economisch, maar ook politiek en cultureel. Een substantieel deel van de bevolking wantrouwt, of zeg maar gerust haat, de politiek en de media. Zoals de hele dag door te zien was op televisie, waar gele hesjes hun spontane zegje deden in de categorie ‘het hele zooitje moet weg’ tegenover gelouterde journalisten en specialisten.

Crisis in de democratie

De krachten die in Frankrijk de gele hesjes voortbrachten, brachten in de Verenigde Staten Donald Trump en in Italië Matteo Salvini aan de macht en leidden in Groot-Brittannië tot de brexit. Tot grote schrik van de progressieve en links-liberale elites die hadden gedacht dat de toekomst divers, klimaatbewust, open en tolerant zou zijn. De crisis in de democratie werd misschien wel het kernachtigst verwoord door zakenman en oud-politicus Bernard Tapie: ‘Een samenleving waarin de top een fundamenteel andere kijk heeft op zaken dan de basis is niet houdbaar.’ President Emmanuel Macron moet dus afdalen van zijn troon en terug naar het volk. Doet hij dat niet, dan valt hij ten prooi aan de woeste menigte zoals Lodewijk XVI in 1793.

https://fd.nl/achtergrond/1281800/hervormer-macron-en-de-macht-van-de-straat

0-0