Van der Plas en Omtzigt laten het ego-populisme verbleken. Keert inhoud terug in de politiek? (Bas Heijne, Opinie/nrc.nl, 2-9-23)
Essay | BBB en Nieuw Sociaal Contract zijn niet de volgende lichting snel opbrandende ego’s op rechts, schrijft Bas Heijne. Hun komst daagt het politieke midden uit om dieper te gaan dan de ongeïnspireerde haalbaarheidspolitiek van de laatste jaren.
Je zou het bijna oude politiek noemen, de totale implosie van JA21, het zoveelste politieke avontuur van Joost Eerdmans. Recent vertrokken al zes partijleden, onder wie twee Europarlementariërs, vanwege het wilde baantjesjagen van mede-partijoprichter Annabel Nanninga. Vrijdag werd bekend dat twee Kamerleden van de partij per direct overstappen naar BBB.
Voor wie het vergeten was: het Juiste Antwoord is een afsplitsing van Forum voor Democratie. Partijleider Eerdmans was eerder actief voor het CDA, de LPF, Groep Eerdmans-Van Schijndel, EénNL, Leefbaar Capelle, Leefbaar Rotterdam en FVD – ik geloof dat ik ze allemaal heb. De opgestapte leden van JA21 melden in hun verklaring dat de professionalisering van de nieuwe partij is mislukt: tweeënhalf jaar na de oprichting was er nog niet eens een beginselprogramma. „Helaas moeten we concluderen dat JA21 inmiddels volledig op een dwaalspoor is beland.”
Bent u daar nog? Dit soort partijtjes, met hun verlossersretoriek, hun kroegpraat als politiek programma, hun moddergevechten – sinds het uiteenvallen van de LPF zijn we eraan gewend geraakt, het is Hollandse politieke folklore. Maar de rek lijkt er nu uit.
Hier en daar pruttelt het nog wat na. De partij Belang van Nederland van Wybren van Haga, ook al een afsplitsing van Forum voor Democratie, maakte onlangs zijn kandidatenlijst bekend. Zijn electorale troeven? Henk Krol. En oud-LPF’er Harry Wijnschenk. Jammer dat Winny de Jong niet beschikbaar was.
Het ego-populisme is zijn eigen parodie geworden. Geen wonder dat er fikse scepsis heerst over de houdbaarheid van de nieuwe partijen die naar verwachting heel groot gaan worden bij de komende verkiezingen: BBB van Caroline van der Plas en Nieuw Sociaal Contract van Pieter Omtzigt. We hebben zo veel zeepbellen uiteen zien spatten, te veel ego’s zichzelf zien opblazen. „Iedere paar jaar bouwen ze een nieuwe clown op”, zei journalist Joris Luyendijk dit voorjaar op BNR Radio na de enorme overwinning van BBB bij de Provinciale Statenverkiezingen. „Eerst bouwden ze Wilders op, toen bouwden ze Verdonk op, toen Baudet en nu weer Caroline van der Plas. Een nieuwe clown dus. En die wordt dan na anderhalf jaar weer afgebroken, en dan bouwen ze weer een nieuwe op.”
Geen premier
Luyendijk doelde met ‘ze’ waarschijnlijk op de gierende mediahype rond elk van deze figuren. Een tijdlang zijn ze onweerstaanbaar, niet van het scherm af te slaan, domineren ze de media in talkshows, commentaren, columns, kroeggesprekken. Maar wanneer het op organisatie aankomt, het bestendigen van al die aandacht in een partij en programma, waar vervolgens mensen bij gezocht moeten worden, wanneer er kortom politiek bedreven moet worden, gaat het mis. Het publiek dat er maar geen genoeg van kon krijgen, heeft er dan ineens toch genoeg van.
*Hier wordt terecht een eerste kenmerk van onze huidige tijd – of tijdsgewricht? – geconstateerd, te weten de mediahype die ons – en andere digitaal gestructureerde landen – sinds Twitter/X is gaan beheersen. En niet alleen de hightechnische media en -branches die dominant zijn, maar binnen de politiek was het Rutte die tijdens alle verkiezingscampagnes met hem als politiek leider met ‘zijn’ stroom aan verzoeken om met hem selfies te worden vereeuwigd, steeds overwinningen wist te boeken, ondanks al zijn technische blunders binnen ‘zijn’ ambtelijke bureaucratie. Ik noem het maar zo omdat er geen financiën beschikbaar waren om een geolied en effectief databestand op poten te zetten of van de grond te krijgen. Een blunder die alleen maar kan worden verklaard door kortzichtig bezuinigingsbeleid door begrotingsposten te schrappen. En dus valt nu al te voorspellen dat hij door toekomstige parlementair historici zal worden gediskwalificeerd als visieloze pragmaticus en nooit als visierijke staatsman. Hij was en bleef een woordenvirtuoos zonder wijsheid, maar dat is kenmerkend voor klassiek-georiënteerde liberalen.
Pragmatisch, maar ook doctrinair – ‘nooit en te nimmer belastingverhogingen’ wat armoebeleid is niet waar liberalen zich zorgen over moeten maken. En hierbij haak ik aan op de nadruk van Pieter Omtzigt en zijn NSC om dus die mismatch van de VVD-liberalen – en in dat voetspoor ook D66 en PvdA ten tijde van Paars 1&2 zich lieten meesleuren – want toen speelde de digitalisering van de bancaire sector/wereld een kernthema/prioriteit en dan onder Rutte 3 speelde het vertrek van vluchtende miljardairs en multinationals – meegolvend op de hypes van dit tijdsgewricht waarin de multinationals machtiger zijn (achter de schermen) en daarmee de menselijke beschaving dreigen te vernietigen vanwege de volkomen mismatch tussen ‘rijk en arm’, inmiddels ‘super/walgelijk rijk en super- en mensonterend arm’.
Rutte liet zich graag voorstaan op zijn verre voorganger Cort van der Linden (en zijn kabinet ten tijde van WO1) die zonder enige twijfel de grootste wijsgeer was in onze parlementaire geschiedenis. En dus als partijloos en neutraal toeschouwer en politiek filosoof noem ik hem groter dan Thorbecke. Met deze stelling/bewering loop ik risico dat de hele meute van de hedendaagse klassiek liberalen binnen de VVD over mij heen valt, maar dat zal me worst zijn want alles van Cort staat op mijn usb-stick opgeslagen. En ook op afgestudeerd (1980). Maar om op de kern van dit betoog te komen: ik durf de stelling aan dat Cort met zijn ‘Richting en beleid der liberale partij’ (als partijloos politicus want president van de Raad van State) de basis heeft gelegd voor het personalisme van de wederopbouw. En zijn boekwerken waren zeer geestelijk geïnspireerd, vooral op Oosterse wijsbegeerte. Het ging Cort niet in de eerste plaats om vrijheid en gelijkheid, maar om broederschap en rechtvaardigheid. En kom daar sinds de naoorlogse VVD nog eens mee: je wordt vierkant uitgelachen. Dit geldt dus ook voor de oorspronkelijke confessionele partijen en het latere CDA. Daarom schreef ik in de voorgaande blogs over Omtzigt en zijn partij dat zijn toekomst gegarandeerd is vanwege de komende ondergang (binnen 10 jaar) van VVD en CDA vanwege hun materialisme. Dat zat er in die naoorlogse en hervormingsjaren in de pijnlijn vanuit de hervormingsgezinde Nederlandse Volksbeweging). Daar komt de doorbraakbeweging vandaan en dus het personalisme.[i]
Om deze argumenten ben ik het dus volkomen eens met de opmerkingen van Joyce Hes.[ii]
‘De onstuitbare opkomst van Caroline van der Plas verliep net zo; een tijdlang was ze zo alomtegenwoordig, dat ik het gevoel had dat ze bij me inwoonde.
‘Misschien daardoor viel het critici als Luyendijk niet op waar zij van haar populistische voorgangers verschilt. Ten eerste is ze een politiek talent, gewiekst en behendig. Haar houding in zo ongeveer alle politieke kwesties is: we zijn tot redelijkheid bereid, maar het moet niet te gek [sic] worden. Dat is het typische Hollandse politieke midden.
Belangrijker is dat zij en ook Pieter Omtzigt zich al te zeer bewust zijn van de dynamiek van de politieke hype sinds Pim Fortuyn. Ze kennen de valkuilen van het ego-populisme. Tekenend is dat beiden hebben aangegeven in principe geen premier te willen worden. Vrijdag schoof Van der Plas de rechtse CDA’er Mona Keijzer naar voren als premierkandidaat, gezien de huidige peilingen vooral een symbolische troefkaart.
Vergeleken bij Van der Plas en vooral Omtzigt steken de zelfbenoemde politieke verlossers op rechts, zoals Joost Eerdmans en Annabel Nanninga, ontzettend knullig af.
Dat heeft met persoonlijkheid te maken, natuurlijk, maar wel degelijk ook met visie. Tot voor kort werd het politieke midden vanaf de rechterflank vooral retorisch uitgedaagd – met een uitzinnige romantiek van de totale omwenteling, de ‘puinhopen’ van Fortuyn, het ‘schoon schip’ van Wilders, ‘eindstrijd’ met de islam, enzovoort.
Die uitzinnigheid is tijdens de pandemie verhuisd naar extreemrechtse enclaves, zoals het restant van de partij van Baudet, het wappiehoekje van Ongehoord Nederland en de huiskamer van professor Karel van Wolferen. Bij elkaar opgeteld gaat het om best veel mensen, ik onderschat ze niet, maar hun extremisme en retorische idiotie plaatst hen vooralsnog geheel buiten de politieke orde. Ze willen niet alleen de elites slopen, alles is één groot wereldwijd complot.
Dat plaatst de PVV van Wilders overigens voor een dilemma. Er was veel kritiek te horen op de nieuwe VVD-lijstrekker Dilan Yesilgöz, die Wilders niet bij voorbaat uitsloot bij de coalitievorming na de verkiezingen. Ethisch gezien is die kritiek terecht. Maar politiek gezien is het misschien behendig, want Yesilgöz zet Wilders voor het blok. Zijn handelsmerk is altijd de retoriek van de totale afwijzing geweest – islam is fascisme, nepparlement, elites in oorlog met het volk, Koran verbieden, Nexit!, minder! minder!, terug met de gulden, polenmeldpunt, andere politici eindeloos beschimpen en vernederen. Wat hem met zijn kiezers verbindt is simpelweg haat, met steeds weer een nieuw doelwit. Maar nu zelfs Kees van der Staaij is opgestapt, is Geert Wilders wel heel duidelijk de dino van Den Haag geworden. Wie herinnert zich Fitna nog? Wil hij nog een politieke rol van betekenis spelen, dan zal hij moeten inbinden.
Waardoor zijn merk verwatert. Houdt hij vast aan zijn haatcabaret, dan wordt hij weggespeeld door de partijen van Van der Plas en Omtzigt.
Lakmoesproef
Maar het is echt niet alleen het ego-populisme dat in deze nieuwe politieke constellatie verbleekt. De komst van de partij van Omtzigt, hoe die zich verder ook ontwikkelt, kun je zien als een lakmoesproef voor zo’n beetje de hele Nederlandse politiek. Voor geen van de middenpartijen zal het business as usual zijn. Het is de inbreng van Omtzigt waartoe men zich zal moeten verhouden.
*Inderdaad is de eigen partij van Omtzigt een – neen, ‘de’ noodzakelijke lakmoesproef: Hij valt niet alleen de gevestigde partijenwereld aan, maar zijn grote – en voor alle concurrenten – troefkaart is voor de andere partijen een onoverkomelijke hindernis; samen met afgetreden SP-Kamerlid Renske Leijten is dit tweetal uitgegroeid tot een kampioenskoppel ‘pitbulterriërs’, die zijn weerga in de Kamergeschiedenis niet kent. Die houding maakt dat met name Pieter Omtzigt nu de enige in ons land is die de verkokerde en zwaar gebureaucratiseerde organisatie van ambtenaren kan herstellen en minimaal op orde kan brengen. Met mogelijk vele ontslagen die medewerkers van de Belastingdienst kan treffen die klakkeloos de regels hebben gevolgd zonder na te denken over de systeemfouten.
‘Neem D66 en het CDA. Het is zowel Wopke Hoekstra als Sigrid Kaag, allebei gelanceerd als nieuwe politieke belofte, niet gelukt zich te handhaven. Voor zowel het CDA als D66 zou zo’n debacle, want dat is het, tot zelfkritiek moeten leiden: ligt deze mislukking aan de persoon of legt het iets diepers bloot, iets in de partijen zelf? Beiden werden van bovenaf in de markt gezet als partijleider – Hoekstra als schaatsende mooiboy over de Friese meren, Kaag met haar ‘nieuw leiderschap’. Het was bedacht, er kleefde spin aan. Bovendien omarmt men in Nederland alleen politieke verlossers die zich van onderop aandienen, niet die van bovenaf op ons worden neergelaten. Beiden toonden zich onwennige politici. Hoekstra heeft nooit duidelijk weten te maken dat het hem om iets anders ging dan om hemzelf. Kaag verspeelde haar ‘nieuw leiderschap’ door Rutte in april 2021 te laten zitten.
Daarna werd Kaag het doelwit van een giftige elitehaat, die met kritiek niets te maken had. Dat kan inderdaad de reden zijn dat haar de lust verging, zoals bij haar vertrek werd gezegd. De impact van dit soort, van verschillende kanten schaamteloos aangejaagde, agressie valt niet te onderschatten. Maar de indruk blijft van iemand die zich nooit echt thuis gevoeld heeft in haar rol als politiek leider.
*Behalve haar onbekendheid met de ‘interne leeuwenkuil van de Nederlandse politiek, bleek haar houding ten opzichte van de politieke hooligans ook een zwak pont; zij bleek helemaal geen politiek dier te zijn en dan gaat het direct fout. Intellectuelen hebben in ons parlement niets te zoeken, want zelfs degelijke politieke argumenten spelen geen rol, aangezien ze ‘te moeilijk zijn voor der buitenstaanders’. Wie zichzelf respecteert, maakt een domme fout als je het politieke toneel uit idealisme wilt gaan betreden. Alleen de figuren met een ‘dubbele agenda’ – ‘eng’zijdige/eenzijdige belangenbehartigers – zijn voor dit ambt van parlementariër geschikt. Een normaal denkende burger verspilt zijn tijd in die contreien.
Rustige degelijkheid
Met Bontenbal voor het CDA en Jetten voor D66 wordt nu gekozen voor rustige degelijkheid. Daarmee win je, denk ik, geen verkiezingen. Na het mislukken van je politiek leider moet je het contact met je kiezers terugwinnen met meer dan een lijst mooie standpunten.
Zeker nu Omtzigt de arena heeft betreden. Over de ego-populisten konden politici van het midden doorgaans hun schouders ophalen, dat waren de ‘clowns’ waar Luyendijk het over had. Zij waren exponenten van onze vluchtige, naar permanent rumoer snakkende mediacultuur, hun invloed op het politieke bedrijf, het gehate establishment, bleef beperkt. Alleen de constante digitale stroom haat en bedreigingen van hun aanhang is een last. Maar anders dan de ego-populisten met hun onmachtige kreten daagt zowel BBB als NSC het politieke midden uit om zelf dieper te gaan dan de ongeïnspireerde haalbaarheidspolitiek van de laatste jaren. Alleen een nieuw gezicht is niet genoeg.
*Dit mag de mediawereld zich aantrekken omdat politiek en media niet alleen twee handen op één buik zijn geworden, maar er over de opleiding journalistiek vaak getwijfeld mag worden over hun geëtaleerde kennen van het staatsrecht, dan vaak nergens op lijkt. En de snelheid van radioverslaggevers zijn noodgedwongen snelle sprekers geworden zodat ieder nuance onmogelijk wordt gemaakt, dan wel gewoon weggelaten. Interviews hebben eigenlijk geen zin meer en dat dat betreft heeft Omtzigt ook volkomen gelijk met zijn weigering om deel te nemen aan debatten die op geen enkele manier meer voldoen aan juiste voorlichting aan het publiek. Al die gesprekken zijn kansloos voor het juiste begrip en daarom verspilling van omroepgelden. Deze overconsumptie is zodanig dodelijk geworden omdat sensatie de hoofdmoot is geworden. Dit onderdeel van het bedrijfsleven is al even ziekmakend als het hele bedrijfsleven dat onder de noemer multinationals valt: ziekmakend en milieuvervuilend. Om over het klimaat maar te zwijgen want onherstelbaar aangetast.
En Omtzigt trouwens ook weer BBB, dat protest- en belangenpartij in één is. Caroline van der Plas heeft het gevoel van verweesdheid en verschraling dat in delen van Nederland heerst een redelijke stem gegeven, maar ze verhult ook de keiharde internationale belangen van de agro-industrie met sentimentele boerenromantiek. Lang was de verwachting dat Omtzigt zich zou aansluiten bij de partij van Caroline van der Plas, maar zoals hij tijdens een debat zei: „Als u vindt dat een hertenkamp niet geschikt is voor herten, nodig ik u uit om naar een moderne megastal te gaan.”
In de Grondgedachten & Uitgangspunten van zijn nieuwe partij probeert Omtzigt een nieuw gemeenschapsdenken te ontwikkelen, waarin de burger niet langer zuiver individualistisch wordt benaderd, maar als een ‘persoon’ die op allerlei manier is verbonden met de samenleving waarvan hij deel uitmaakt. Je kunt de haalbaarheid daarvan betwisten, zoals Sjoerd de Jong in deze krant deed, omdat Nederlanders verslingerd zouden zijn aan hun individualisme en de moderne samenleving sowieso altijd versplinterd zal blijven. Je kunt het oneens zijn met de cultureel-conservatieve inslag van Omtzigts gedachtengoed – wat ik ook zeker ben. Maar dat is mijn punt hier niet. Feit is dat die Grondgedachten & Uitgangspunten dieper graven dan alles waar het CDA de afgelopen jaren mee is komen aanzetten.
*‘Je kunt de haalbaarheid daarvan betwisten’; dat klopt en is onmiskenbaar juist, en óók een gok. Maar beter een dergelijke gok en dus kans pakken, dan passief aan de buitenkant blijven toekijken. Er is maar één verwachtingsvol perspectief te verwachten, namelijk dat de troefkaart van Nieuw Sociaal Contract – onbewust – probeert in te zetten en dat is de grootschalige en nog steeds groeiende haat die de burger (in den brede) voelt ten opzichte van de politiek – in het algemeen waar te nemen – en deze alvast te benutten en van een antwoord en strategie te voorzien. Zodat die algemene haat kan worden omgezet in een strategie om het huidige bestel te vervangen. Een nieuw bestel zonder partijen, want een partij als organisatiestructuur is dodelijk voor elke creativiteit want bij stemming verliest ieder goede en consistente gedachte de kans op een meerderheid van de stemming. Gevestigden gaan er altijd met de winst vandoor door alle ruimte voor afspraken en deals vooraf. Dat werkt niet meer. Moderne machiavellaanse manipulatie heet dat. Geen spindocters meer omdat ook zij dagelijks aan het manipuleren zijn.
Dit alles is dus de schuld én blunder van de politiek zelf, te weten de algehele haat tegen de sleur van het alledaagse politieke gedoe, dat over de hele linie (onzichtbaar) is binnengetrokken, dat de gemiddelde burger niets meer met dit gedoe te maken wenst te hebben. De haat ten opzichte van en ‘naar’ Den Haag ‘toe’, is zo overweldigend groot geworden, dat het huidige bestel geen schijn van land meer heeft om te overleven, laat staan om zich te herstellen, want de plucheklevers blijven toch wel bestaan. De enige oplossing zijn een nieuwe burgerschaps(be)raden en vormen van directe democratie. Maar het partijwezen is de dood in de pot wat betreft reële creativiteit en vindingrijkheid, of oplossingsgerichtheid van de dodelijke consensusregel.
‘Dat alleen al dwingt de andere partijen tot inhoud, zeker wanneer de partij van Omtzigt, zoals de peilingen lijken aan te geven, van vrijwel alle andere partijen kiezers zal wegtrekken. Wanneer de proteststem zo inhoudelijk is, kun je niet langer antwoorden met het zaaddodende „Nu doorpakken!”
En niet alleen de politieke partijen worden tot inhoud gedwongen. Ook de media.
Afgelopen weken las ik heel wat ongemakkelijke columns over Omtzigt. Zijn partij is, doordat Rutte onverwacht zijn kabinet opblies, nog lang niet ingevuld – op papier kan het er weliswaar leuk uitzien, maar vind maar eens de juiste mensen, denk aan al die zichzelf opblazende partijtjes uit het verleden, enzovoort. Ook was er het voorspelbare gemopper van de opiniesnobs, die volautomatisch ‘B’ zeggen omdat iedereen ‘A’ zegt, dit keer over de Heilige Pieter waar iedereen achteraan loopt – nou ik niet!
*Wij wél dus die nu de indrukwekkende peilingen volgen, maar tegelijkertijd de lessen hebben getrokken uit het recente verleden, toen een andere grote massa achter Forum aanliep, zonder een vermoeden te hebben wat daar achter stak.
En: wacht maar tot hij kiezers moet teleurstellen. Of: wat een opwinding, hij is gewoon knetterrechts.
*Dit is slechts een aanname!
Ook zag ik ongeloof over hoe een man die inhoudelijk is op het droog-ambtelijke af, zo populair kan worden in een Nederland dat de afgelopen twintig jaar van lege ophef naar ophef is gehold – dat moet wel één groot misverstand zijn.
*Ach, laat iedereen z’n gedachten maar hebben! Zoals al eerder aangegeven valt er wél vertrouwen in Omtzigt op te brengen aangezien hij al jaren duidelijke én prachtige strijdbaarheid heeft getoond en zelfs de oorzaak is geweest van parlementaire onderzoeken en enquêtes. Meer bewijs is niet nodig! Dus een drogreden!
Die onwennige reacties begrijp ik. Veel rond Omtzigts partij ís onzeker. De man is recent hersteld van een zware burn-out, kan emotioneel zijn. Ook Van der Plas is kampioen in het zich op de vlakte houden. Politieke opportunisten als Derk Jan Eppink (VVD, FvD, JA21) en Nicki Pouw-Verweij [FvD, JA21] binnenhalen helpt natuurlijk niet. Als een partij zo snel groeit, komen de ‘clowns’ van Luyendijk in drommen aanrennen. Er kan tot november van alles gebeuren, de verkiezingsstrijd moet nog beginnen.
Het is wat mij betreft ook nog te vroeg om iets te zeggen over de impact van Frans Timmermans als lijsttrekker van de combinatie PvdA-GroenLinks. Ik hoorde hem bij de aanvaarding van het lijsttrekkerschap alleen zeggen dat hij macht geen vies woord vond, maar dat wisten we al. Hij zal met meer moeten komen. Het is nu vooral de komst van Omtzigt die het speelveld verandert, niet alleen electoraal, maar ook politiek-inhoudelijk.
*Als er één zijn dossiers beheerst, dan is dat Omtzigt wel en vooral vanwege zijn detailkennis. Waar niemand tegen opgewassen is. Maar het gaat nu om het vormen én uitdenken vaneen nieuwe politieke besluitvormingsstructuur én nieuwe visievorming. Want de omringende wereld is zo veranderd, dat alle nieuwigheden die zich dagelijks aanbieden, om nieuwe antwoorden vragen. Dat vraagt veel tijd om analyses op te maken en nieuwe coherentie aan te brengen.
In een gesprek voor NRC zei de Duitse politiek filosoof Jan-Werner Müller een paar jaar geleden dat veel van de debatten en tegenstellingen die een samenleving verscheuren door de politiek zelf in het leven zijn geroepen. En dat betekent ook dat ze door de politiek ongedaan kunnen worden gemaakt. Müller: „Een goed politicus kan onze blik veranderen.”
*Hier, in de voorlaatste zin (‘dat betekent ook dat ze door de politiek ongedaan kunnen worden gemaakt’) maakt de filosoof een denkfout: politieke – zoals iedere andere – gewoonten zijn vaak blijvend van karakter en dus heel halsstarrig – vanwege de ‘IJzeren Wet’ (van de socioloog Michels). Dus het blijft een kwestie van goed opletten.
Tot slot over ons standpunt in een serie blogs verwoord. Voor een ervarene waarnemer was Omtzigt vanaf zijn strijd tegen de bureaucratie zo overtuigend en daarmee verschilt hij van alle voorgangers vanaf Fortuyn die helaas zelf het leven heeft moeten laten. Er bestaan speciaal op dat terrein gevaren die niemand mag negeren omdat er sinds die politieke moord dus krachten worden opgeroepen die niet te voorzien waren/zijn. Daarmee hebben we allemaal te maken. Maar als het Omtzigt lukt om op de hem beproefde wijze ambtelijke en politieke fouten aan de kaak te stellen, dan heb je de strijd al half gewonnen. Pas als je ‘zo scherp aan de wind gaat varen’ zoals Fortuyn deed, dan loop je persoonlijk gevaar. Maar denk wel dat niet iedere hervormer haat zal oproepen. De huidige peilingen laten het tegendeel zien: een uitgesproken idealist tegen onrecht (zoals in het Toeslagenschandaal én Groningergas met beide hun bureaucratische wangedrochten; die alléén roepen extreem veel haatgevoelens op. Er bestaat dus een levensgroot verschil tussen 2002 en 2023. Pieter Omtzigt is in mijn ogen iemand die het werkelijke ‘goede’ voorstaat zonder ego-gedrag te vertonen en dus altijd beschreiden zal blijven in zijn uitingen. Daarmee is voldoende aangegeven. Ik blijf Omtzigt steunen en zal zelfs mijn partijloosheid verlaten en mij aanmelden als lid, al was het maar om van potentiële ruzies getuige te zijn en daarvoor oplossingen aan te dragen indien noodzakelijk. Intellectueel ligt de uitdaging voor mij om van het personalisme een werkzake formule en waarde te maken die in deze tijd handzaam en werkbaar wordt, nu de klassieke ideologieën allemaal gaan omvallen – omdat zij niet geacht kunnen worden om filosofisch gesproken de juiste antwoorden op alle problemen en knelpunten te kunnen ontwikkelen om houvast te bieden aan de stemmers die daaraan behoefte hebben. Alle klassieke ideologieën zijn hun oorspronkelijke gezag kwijtgeraakt. Zelf zal ik het personalisme van een 21e-eeuwse inhoud gaan voorzien.
‘Dat is, denk ik, wat er nu zou kunnen gebeuren. Ik kan niet wachten op de verkiezingsstrijd (aldus auteur Bas Heijne).
https://www.nrc.nl/nieuws/2023/09/01/van-der-plas-en-omtzigt-laten-het-ego-populisme-verbleken-keert-inhoud-terug-in-de-politiek-a4173324
[i] De NVB’ers brachten een aanzienlijke hoeveelheid publicaties uit, waarin zij schetsten hoe de samenleving diende te worden ingericht. Zij waren geïnspireerd door het personalisme van Denis de Rougemont. De publicaties waren pogingen tot het vormgeving van de ideologie van de NVB, het ‘personalistisch socialisme’. Omdat denkers van verschillende levensbeschouwingen hieraan meewerkten, en wegens de verschillende opvattingen die ze hadden over de doelstelling van de NVB, is het personalistisch socialisme nooit uitgegroeid tot een afgebakende ideologie. Het personalistisch socialisme was eerder een intentie dan een coherente leer. Schrijvers die in verschillende publicaties bijdroegen aan het personalistisch socialisme waren onder andere Hendrik Brugmans, Willem Banning, Philip Kohnstamm, Willem Pompe en H.R. Hoetink.
In het algemeen had het personalistisch socialisme twee doelstellingen: het bestendigen van de democratie en het vestigen van een moraal die op het christendom en humanisme is gebaseerd.
https://nl.wikipedia.org/wiki/Nederlandse_Volksbeweging
[ii] https://www.joycehes.nl/wp/nieuw-sociaal-contract-wekt-wrevel-omtzigt-1/ 2 en 3