Tags

,

De grote fout van de politiek en het politieke metier bij ons en overal in het Westen is dat de oude ideologische partijen geen rekening hebben gehouden met de bureaucreatie als zodanig.

Dat betekent een aantal belangrijke faalpunten:

  1. Ideologieën zelf zijn nooit door de tijd heen aangepast; althans veel te weinig (de volkspartijen als fusiepartijen na WO2 hebben gemiddeld om de 20 jaar veranderingen in hun beginselprogramma’s aangebracht. Waarom is dit cruciaal? Omdat die ideologische beginselen alleen bestaan uit abstracte uitgangspunten die richting proberen te geven aan verkiezings- en partijprogramma’s. En die op hun beurt weer proberen in te haken op maatschappelijke veranderingen, die al dan niet goed in beeld worden gebracht.
  2. Met name is in de aanloop naar de millenniumwissel en vooral daarna (9/11 2001) is er een lawine van nieuwe ontwikkelingen op ons afgekomen, met als startpunt de hypotheekcrisis en vervolgens economische, alsmede de eurocrisis. Om over het vervolg van die crises maar te zwijgen, zoals de migratie- en vluchtelingencrisis.
  3. Daartegen was de politiek en parlement, maar met name de bureaucratie ofwel ambtelijke beleidsmakers niet tegenop gewassen. Dat laten ook alle parlementaire enquêtes en hoorzittingen zien. Op beide fronten werd gefaald omdat alle grote (en kleine fracties) in de Kamer faalden in het vinden van de juiste oplossingen van de vele problemen. In deze situatie valt nog wat te leren van het boek De tien plagen van de staat[i], met de volgende typerende hoofdstukken: 1. De plaag van de transactiestaat (Frank Ankersmit); 2. Ambtenaren zonder inhoud (Jouke de Vries); 3. Managementconcepten in de overheidsdienst: een historische terugblik (Luchien Karsten); 4. Veranderdrift (Margot van Trappenburg); 5. Marktwerking in de zorg: duur, bureaucratisch en demotiverend (Evelien Herfkens); 6. Interactief beleid en de gijzeling van een idee (Paul de Goede); 7. De preventieve staat: waarom de droom van de gelijke samenleving een nachtmerrie is (Paul Frissen); 8. Het legenestsyndroom: ministers na verzelfstandiging (Sandra van Thiel); 9. Zwevende politici: over de onderbouwing van twintig jaar radicale onderwijsvernieuwing (Martin Sommer); 10. Gebrek aan politiek vakmanschap (Leo Klinkers). En een nawoord.

Kennis was/is dus ruimschoots aanwezig, maar de politiek en de ambtelijke wereld heeft daarvan geen gebruik gemaakt en dat is de oorzaak van de huidige onvrede over de politiek en het gebrek aan visie in de politiek.

Slotconclusie luidt dat de huidige crisis geheel aan de verantwoordelijken in de politiek te wijten is. Daarom is Pieter Omtzigt de enige die de leiding kan nemen om het ‘bestel’ op de IC te behandelen en te herstellen inclusief alle verbeteringen die noodzakelijk zijn overeenkomstig de eisen van deze tijd. Wat hij erft van zijn voorganger is een bouwval geworden.

Gelukkig heeft hij de juiste ploeg om zich heen verzameld. Dus moet het kunnen lukken. En vanaf deze plaats wordt alles met scherpe maar opbouwende aandacht gevolgd. Na alle voorgaande hervormingspogingen die mislukten mag er geen nieuwe volgen. Daarvoor staat er teveel op het spel. Zo is het en niet anders. Succes Pieter! Ook al ken ik je nog niet.


[i] Frank Ankersmit en Leo Klinkers, met de subtitel ‘De bedrijfsmatige overheid gewogen’. vangennep * kennis/openbare mening/politiek. 2008