Tags

Stelling: Bij toeval via een vlaag van opruimingsbehoefte kwam ik de katern De Verdieping van Trouw van 27 februari van dit jaar tegen, met een tweetal uiterst interessante artikelen die perfect op de situatie van vandaag de dag van toepassing zijn vanwege ‘Den Haag in de ‘formatie-stand’. Eerste artikel: ‘Stroeve dans tussen media en politiek leidt aandacht af van echte misstanden’ [https://www.trouw.nl/cultuur-media/mediawetenschapper-nel-ruigrok-media-vonden-de-chaos-bij-de-belastingdienst-lang-te-ingewikkeld~b5e62ea5/], en het tweede is van de vaste columniste Marli Huijer: ‘Ook elektra is een politieke zaak’ [https://www.trouw.nl/columnisten/nu-energie-een-noodzakelijke-levensbehoefte-wordt-moeten-we-het-niet-meer-als-koopwaar-zien~b8924868/] en hierbij opgemerkt dat het zoeken op internet moeizaam verliep omdat de papieren kop van deze column verschilde van de digitale kop zoals uit de link blijkt. Daarom worden beide artikelen hieronder volledig weergegeven opdat de lezer mijn stelling kan verifiëren.

Mijn stelling luidt dat op basis van de inhoud van beide bovenstaande artikelen blijkt dat de maatschappelijke ontwikkelingen zo snel maar ook onvoorspelbaar en dus oncontroleerbaar verlopen, dat dit onvermijdelijk tot gevolg had moeten hebben dat alleen een algemeen ‘zakenkabinet’ in plaats van het onder deze omstandigheden een extraparlementair kabinet geformeerd werd. Waarom is deze laatste optie van Pieter Omtzigt – op zichzelf logisch bedacht onder onze huidige krankzinnige politieke kenmerken waarvan de belangrijkste is dat er sprake is van een democratisch gelegitimeerde verkiezingswinnaars van populisten, die onmogelijk in staat waren tegen die achtergrond van enerzijds Wilders met zijn éénmanspartij die nog nooit een uitgebalanceerd verkiezingsprogramma had geschreven; en ook tevens door staatsrechtgeleerden in de afgelopen 20 jaar tot de orde werd geroepen, maar geen bezinning tot gevolg teweegbracht vanwege de stilzwijgende cordon sanitair die gedreven werd door angst dat iedere aandacht naar hem toe weer nieuwe stemmers opleverde. Kortom, een onmogelijk uitgangspunt tot het bedrijven van fatsoenlijke politiek. En daarbij kwam dan de overweldigende winst van BBB bij vanwege de Provinciale Statenverkiezingen van 2022.

Een politiek onmogelijke situatie dus met een electoraat dat politiek volslagen onkundig was – en nog steeds is –  én politiek gesproken een taboe om je zo te uiten; tóch is dat nu nodig  De politieke gremia stroomden vol met politieke onbenullen vanwege hun amateuristische instelling. Dit bestel van een representatieve democratie heeft dus volledig afgedaan en dan kunnen we beter overstappen tot een bestel dat gebaseerd is op Directe Democratie, ook al werd de eerste poging bij het referendum over Oekraïne volledig misbruikt als een populariteitsslag om de ‘kabinetten-Rutte’. Daarom was de officiële uitkomst van dat referendum: afgewezen! Hiep hiep, hoera en de aanloop tot de nieuw te vormen partij Forum voor Democratie. Nu ook weggevaagd zoals alle pogingen tot hervorming van ons kiesstelsel in het tweede decennium van de 21 eeuw. Nu dus afwachten hoe het afloopt met de huidige nieuwelingen in het komende kabinet: NSC en BBB. Geen ‘algemene ervaring’ dan alleen oud-parlementariërs en oud-ambtenaren aanwezig. En dus alleen maar traditie en nostalgie. Daarom loopt het verkeerd af met kabinet Schoof.

~

Medialogica/ Interview

Mediawetenschapper Nel Ruigrok: ‘Media vonden de chaos bij de Belastingdienst lang te ingewikkeld’

De complexe chaos bij de Belastingdienst kon jarenlang doorsudderen, mede omdat media geen zin hebben in zulke onderwerpen, zo blijkt uit onderzoek van de VU. Niet smeuïg en niet sexy genoeg, stelt mediawetenschapper Nel Ruigrok. Ze wijst op de maatschappelijke verantwoordelijkheid van de media.

Nienke Schipper, katern de Verdieping/Trouw, 26 februari 2024

“Media hebben geen idee hoeveel invloed ze hebben”, zegt mediawetenschapper Nel Ruigrok. Diezelfde media hebben namelijk een belangrijke rol gespeeld bij het ontstaan van een politiek en maatschappelijk klimaat waarin onschuldige mensen slachtoffer werden van het fraudebeleid van de overheid.

Dat blijkt uit onderzoek dat Ruigrok namens de Vrije Universiteit deed in opdracht van de parlementaire enquêtecommissie Fraudebeleid en Dienstverlening. Samen met hoogleraar politieke communicatie Wouter van Atteveldt en andere collega’s onderzocht ze de ‘dynamiek tussen media, politiek en beleid bij de totstandkoming en uitvoering van dertig jaar sociale zekerheid’. Ruigrok: “Natuurlijk zijn de media niet de eindverantwoordelijke, maar ze hebben wel de verantwoordelijkheid om complexe zaken aan burgers uit te leggen.”

Tango

Media en politiek zijn, aldus het onderzoek, van oudsher tot elkaar veroordeeld. Zoals hoogleraar Van Atteveldt het zei toen hij als deskundige gehoord werd door de parlementaire enquêtecommissie: “De verhouding tussen media en politiek kun je zien als een soort tango. Politiek en journalisten hebben elkaar nodig; ze helpen elkaar en volgen elkaar ook. Tegelijkertijd zit er altijd een soort spanning tussen de beide spelers, en het is niet altijd duidelijk wie van de twee op welk moment de leidende hand heeft.”

Het begint allemaal met ‘medialogica’, is te lezen in het rapport. Dat betekent dat kranten en televisieprogramma’s vooral graag berichten over onderwerpen waar ophef over ontstaat, zoals een lekker smeuïg politiek conflict. Dat zijn de stukjes die in de smaak vallen bij het grote publiek en vaak worden gelezen. Zo ontstaat een mediagolf: als er eenmaal ophef in de media is, worden Kamerleden gealarmeerd en gaan ze vragen stellen, waardoor er nog meer ophef ontstaat – waar de media weer nieuwe artikelen over schrijven.

Media die vooral berichten over smeuïge conflicten doen aan ‘scorebordjournalistiek’ en verliezen soms minder sexy of ingewikkelde onderwerpen uit het oog. En dat is wat er is misgegaan in de afgelopen dertig jaar met de berichtgeving over de sociale zekerheid en het toeslagenstelsel, aldus Ruigrok. “De dieperliggende problemen bij de belastingdienst waren zo ingewikkeld dat er te weinig aandacht voor was.”

Een goed voorbeeld van hoe medialogica heeft bijgedragen aan de verharding van de samenleving en het negatieve sentiment over migratie is volgens Ruigrok de berichtgeving rond de zogenoemde ‘Bulgarenfraude’.

We gaan even terug in de tijd, naar 2013, toen RTL Nieuws op basis van een vertrouwelijk politierapport onthulde dat Bulgaren in Nederland via nep-adressen op grote schaal zorg- en huurtoeslag aanvroegen. Achter de fraude zouden bendes zitten die eerder aan mensenhandel deden, maar zich nu toelegden op toeslagenfraude omdat er meer aan te verdienen zou zijn.

Een geweldig nieuwsrecept voor ophef, en die ontstond dan ook volop. Er volgde een flinke mediagolf, er werden Kamervragen gesteld en het beleid werd aangescherpt. Ruigrok: “Die Bulgarenfraude was qua omvang een peulenschil in vergelijking met wat er achter de schermen technisch en organisatorisch mis was. Maar naar aanleiding van het nieuws stonden de politici in de rij om moties in te dienen, Kamervragen te stellen en spoeddebatten aan te vragen, ook Pieter Omtzigt. Er moest een strengere aanpak komen, hardere straffen. Maar eigenlijk ging het maar over een heel kleine hoeveelheid geld.”

Scorebordjournalistiek

Volgens Ruigrok waren er wel journalisten, onder wie Paul Jansen van De Telegraaf, die schreven dat het misschien zinnig was om te onderzoeken of de wetgeving wel in orde was. Maar dat geluid werd door zowel de overige media als de politiek genegeerd. “Er moest een zondebok komen, en dat was staatssecretaris van Financiën Frans Weekers. Zijn kop moest rollen en de onderliggende problemen bij de Belastingdienst kwamen daarna niet meer aan bod.”

Er was al eerder een fraudekwestie die breed werd uitgemeten in de media; het ging om Marokkaanse en Turkse Nederlanders die een tweede huis hadden in Marokko of Turkije. Ook dat veroorzaakte een mediagolf met bijbehorende verontwaardiging in de samenleving. Opmerkelijk genoeg was er ook een fraudekwestie rond pensioengerechtigden die een tweede huis hadden in een zonnig land. Die zaak was zelfs groter dan de zaak met de Turkse en Marokkaanse Nederlanders, bleek uit een steekproef van de Sociale Verzekeringsbank, maar dat nieuws werd tijdens de mediagolf in 2007 afgedaan als onschuldig. “Als een pensionado fraudeert is dat natuurlijk net zo erg. Fraude is fraude, en dat is slecht. ‘Maar wij hebben Nederland opgebouwd’, zo liet De Telegraaf de pensionado’s aan het woord”, aldus Ruigrok.

Het verharde klimaat in de samenleving

Het onderzoek van de VU richt zich op de afgelopen dertig jaar, waarbij het opmerkelijk is dat er in de eerste jaren relatief weinig aandacht is voor fraude met sociale zekerheid. In de periode na Pim Fortuyn en met de opkomst van Wilders groeide het populisme waardoor het wij-zij denken in de maatschappij groter werd, zegt Ruigrok. Mediaberichtgeving heeft bijgedragen aan het harde klimaat in de samenleving en zo ontstond het narratief dat vooral mensen met een migratieachtergrond strenger gecontroleerd moesten worden op fraude. “Er is nooit expliciet in de wet aangegeven dat mensen met een migratieachtergrond strenger gecontroleerd moeten worden. Maar in de maatschappij is die sfeer wel ontstaan omdat in die twintig jaar tijd het beeld is gevormd dat een fraudeur iemand is die moedwillig de wet overtreedt om er zelf beter van te worden en dat die heel vaak een niet-westerse migratieachtergrond heeft. Inmiddels weten we dat het vooral ging om hardwerkende Nederlanders, al dan niet met migratieachtergrond, die een foutje hadden gemaakt.”

Het was al langer de vurige wens van de PVV om strenger te controleren op fraude. Door de mediaophef over de Bulgarenfraude was daarvoor een breed draagvlak in de maatschappij ontstaan, zegt Ruigrok. “De politiek moest wel, want de samenleving wilde een hardere aanpak.”

Ondertussen werd het onderliggende, veel serieuzere probleem zowel door politici als door de media genegeerd, waardoor het toeslagenstelsel jaren de tijd had om uit te groeien tot een gedrocht. Een belangrijke oorzaak van alle problemen was dat de Belastingdienst verantwoordelijk werd gemaakt voor de uitvoering van het stelsel. Dit was de vurige wens van het CDA in 2003 tijdens de onderhandelingen voor Kabinet Balkenende 2. Plotseling veranderde de Belastingdienst van een organisatie die geld moest innen, in een organisatie die ook geld moest uitkeren, een taak waar de dienst niet op ingericht was. Uiteraard moest het zo goedkoop mogelijk en dus werd er veel geautomatiseerd. Systemen werden aan elkaar gekoppeld en in de loop der jaren, ten behoeve van de fraudebestrijding, steeds strenger afgesteld. Het toeslagensysteem werd steeds complexer, mensen die recht hadden op toeslag raakten verdwaald in een wirwar van formulieren. Niemand begreep nog hoe het zat, het werd een blackbox.

Verschillende signalen

Al vrij snel na het invoeren van het toeslagensysteem in 2005 kwamen er signalen dat het mis ging bij de Belastingdienst. De ombudsman trok diverse keren aan de bel, maar werd in de Tweede Kamer weggezet als activistisch. Ook de Algemene Rekenkamer deed diverse onderzoeken waaruit bleek dat de bedrijfsvoering van de Belastingdienst tekortschoot om de toeslagen uit te voeren. Hoe kan het dat geen van deze signalen is opgepikt door de media of de politiek?

Omdat het zeer complexe problemen zijn, zegt Ruigrok. “Het doorgronden en uitleggen van computersystemen is enorm ingewikkeld en kost veel tijd. En het is geen sexy onderwerp, politici weten dat ze daarmee niet zullen scoren in het nieuws. En politici moeten scoren, willen ze überhaupt nog op een verkiesbare plek op de lijst te komen.”

Het lijkt een patstelling: Tweede Kamerleden stellen complexe misstanden niet aan de kaak omdat media er niet over willen berichten, omdat artikelen over complexe onderwerpen niet worden gelezen. “Er is vast nog veel meer aan de hand waar wij niets van weten”, aldus Ruigrok.

De manier waarop de toeslagenaffaire in 2017 in het nieuws kwam is de manier om die patstelling te doorbreken, zegt Ruigrok. Het waren de journalisten Jan Kleinnijenhuis van Trouw en Pieter Klein van RTL Nieuws die bleven volharden in hun onderzoek en daarbij samenwerkten met Pieter Omtzigt van het CDA en Renske Leijten van de SP. Ruigrok: “Het was heel bijzonder hoe de verschillende partijen toen over hun eigen schaduw heen zijn gesprongen. De onthulling van de toeslagenaffaire was een samenspel tussen diverse media en politici van verschillende politieke partijen. Pas als ze samen gaan werken, kun je de echte misstanden laten zien. Er bestaat vanuit de media veel wantrouwen jegens politici, en natuurlijk moeten media de overheid controleren, maar dat kan ook met een opbouwend kritische houding en door niet bang zijn om elkaar af en toe te vertrouwen, om zo te zorgen dat het beleid goed wordt gecontroleerd.”

Waakhond van de politiek

Een van de conclusies van het rapport is dat de checks and balances van de democratie niet functioneren. Daarbij spelen de media als waakhond van de politiek een belangrijke rol. En al dat tijdrovende onderzoek hoeven de media niet helemaal zelf te doen, zegt Ruigrok. “De media moeten vooral beter luisteren naar experts. Er verschenen elk jaar wel berichten over de signalen van de ombudsman dat het mis was bij de Belastingdienst, maar slechts mondjesmaat. Het bekendmaken van een complex probleem vergt soms meer investering en doorzettingsvermogen en juist samenwerking tussen politiek en journalistiek.”

Zowel de berichtgeving in de media als de samenleving zelf is te veel gericht op de verschillen, op negativiteit en het zoeken van zondebokken, zegt Ruigrok. “We zijn met zijn allen lekker aan het bakkeleien, in plaats van dat we als samenleving constructief nadenken over waar we naartoe willen en hoe we dat gaan bereiken. Het zou al helpen als er direct een verbod komt op X, het liefst in heel Europa. Dat is echt een schadelijke speeltuin voor politici. Overdag zitten ze aan de onderhandelingstafel en ’s avonds gaan ze rellen op X. Dat is niet constructief, maar alle media schrijven erover. Zo wordt politiek gereduceerd tot een spel en de gevolgen daarvan zie je bij de toeslagenaffaire. Wat hebben we aan politici die een debat kunnen winnen als ze niet een tweede toeslagenaffaire kunnen voorkomen?”

Ruigrok pleit ervoor dat politici het vak van Tweede Kamerlid serieuzer nemen en zonder last of ruggespraak ook hun eigen coalitiepartijen kritisch durven te bevragen. Uit het rapport blijkt dat Tweede Kamerleden vaak partijpolitiek lieten prevaleren boven maatschappelijk belang. “Alles wordt politiek dichtgetimmerd in een regeerakkoord. Kamerleden moeten onafhankelijk kunnen functioneren van hun eigen partij en veel meer ergens voor gaan staan.”

Toch is het te makkelijk om alleen de media en de politiek de zwarte piet toe te spelen, uiteindelijk is ook de publieke opinie de oorzaak dat het fraudebeleid in de loop der jaren steeds strenger werd en dat de misstanden jaren konden doorsudderen zonder dat er aandacht aan werd besteed. De maatschappij zou veel meer de functie van de journalistiek als waakhond van de politiek moeten erkennen en bereid zijn om echt te betalen voor goede journalistiek, zegt Ruigrok. “Wij zijn afhankelijk van de media om de politiek op een gedegen manier te controleren, gewone burgers hebben daar geen tijd voor. En goede journalistiek kost veel tijd en dus geld, daar moet veel meer in worden geïnvesteerd. Niet alleen om te laten zien wat er mis gaat, maar ook om te laten zien wat er goed gaat en wat de positieve kant is van politiek. Dat is belangrijk voor het vertrouwen in de politiek en de democratie.”

~

Nu energie een noodzakelijke levensbehoefte wordt, moeten we het niet meer als koopwaar zien (ColumnMarli Huijer, 26 februari 2024)

‘Credit Factuur’ staat boven de brief van mijn regionale netbeheerder. ‘Vanwege een stroomuitval heeft u recht op een vergoeding van 95 euro.’ Een paar maanden eerder kreeg ik ook al zo’n brief, maar met een kleiner bedrag – alsof het leven een spelletje Monopoly is. Een vergissing van de bank, u ontvangt 50 euro.

Toen had ik geen zin om mijn bankrekening door te geven en liet ik het erbij zitten. Maar nu begin ik te twijfelen. Het is wel erg makkelijk cashen, en wat kun je niet allemaal doen met 95 euro?

Maar het is gemeenschapsgeld, zegt een ander stemmetje. Dat ga je toch niet zomaar aannemen?

Die tweede stem heeft gelijk, per saldo leverde de stroomuitval me meer op dan dat die me kostte. De dag zonder stroom was goedkoper dan een dag met, de schade bleef beperkt tot wat ingevroren etensresten die de prullenbak ingingen. Tot het huis te koud werd en de accu van de laptop leeg raakte. Toen vertrok ik naar vrienden, waar ik een gratis werkplek kreeg, heerlijke koffie en veel gezelligheid.

Maar ik heb toch gewoon recht op dat bedrag? Zo staat het ook in de brief. Wat speurwerk leert dat dit recht is vastgelegd in de Netcode elektriciteit, opgesteld door de Autoriteit Consument & Markt. Bij een stroomstoring van meer dan vier uur is er een vergoeding, die oploopt als de storing langer duurt.

Mentale transitie

Wat is de gedachte hierachter? Kennelijk kijken we naar elektra anders dan naar water dat uit de kraan komt. Water is een publieke zaak, een res publica. De overheid als vertegenwoordiger van de publieke zaak draagt zorg dat er altijd water van voldoende goede kwaliteit is. Tegelijkertijd zien we water als een res communis, een gemeenschappelijke zaak. We beseffen dat we het water met elkaar delen en gebruiken er minder van als de voorraad door de hitte slinkt.

Met elektra ligt dat anders. Hoewel het door de energietransitie steeds meer een noodzakelijke levensbehoefte wordt, zien we het meer als koopwaar dan als een publieke en gemeenschappelijke zaak. Vreemd is dat niet, want de productie van stroom wordt tegenwoordig aan de vrije markt overgelaten en alleen het transport en de distributie vallen nog onder de gereguleerde markt. Anders dan bij water betaal ik er ook geen belasting over, maar betaal ik via mijn energieleverancier ‘vastrecht’ voor de levering en het transport van de stroom. Gevolg van deze benadering is dat ik in de rol van stroomconsument wordt geduwd en niet in die van burger of lid van een gemeenschap.

Is dat nog wel van deze tijd? Nu er grote inspanningen nodig zijn om het stroomnet uit te breiden en er een tekort aan technisch personeel is om dat op korte termijn te kunnen realiseren, is het moment daar om elektra tot een publieke en gemeenschappelijke zaak te maken.

Zoiets vergt een andere manier van kijken, schrijft cultuurfilosoof Thijs Lijster in Wat we gemeen hebben. We moeten ons eigenbelang opzij zetten en onze ‘gemeenzin’ aanspreken. Dat gemeenschappelijke zintuig stelt ons in staat te zien wat we met elkaar delen en hoe we dat in de praktijk goed kunnen vormgeven.

Van de ene op de andere dag zal dat niet gaan. Zo’n mentale transitie kost veel tijd. Maar het begint met kleine acties als het niet accepteren van de rol van consument.