‘Als er een deal is gesloten, zeg dat dan gewoon’ #vk #pgbdebat #denhaag a.kortweg@volkskrant.nl
Mensenwerk (Column In Den Haag door Ariejan Kortweg, Opinie & Debat/de Volkskrant, 11 juni)
Hoe Pia Dijkstra haar bochtentechniek wil verbeteren
‘Pia Dijkstra beschouwt zichzelf als zowat het kalmste lid van de druistige [onbesuisd[1]] commissie zorg. Maar in dit debat was ook zij meegegaan in het koor van verontwaardiging. Te veel ging mis met de pgb’s. Een onderwerp dat juist voor haar partij, die mensen zo lang mogelijk zelfstandig wil houden, belangrijk is.
‘Bovendien zijn pgb-houders beter af met een staatssecretaris die de materie al goed kent.
‘Als er een deal is gesloten, zeg dat dan gewoon. (Mona Keijzer)
‘Als Pia Dijkstra terugkijkt, is ze niet gelukkig met haar eigen rol. ‘Ben je altijd heel rustig, dan is het verwarrend als je ineens je opwinding laat zien. Dat effect heb ik onderschat’, zegt ze. Het verschil tussen presentatie en standpunt was te groot. ‘Ik moet beter letten op de eigen houding. Het is goed als ik soms feller ben. En dat argument dat de coalitie Van Rijn toch zou steunen, was niet sterk.’ Maar Dijkstra houdt vol: dit was geen poging het kabinet te redden. Geen achterkamertjes, maar mensenwerk. ‘Wat D66 ook had gedaan, we waren altijd van spelletjes beticht. Mijn afweging was puur op inhoud. Het is veelzeggend dat zoiets niet wordt geloofd.’
Het is erg opvallend dat Korteweg de zorgcommissie in de Tweede Kamer omschrijft als een ‘druistige’ commissie, en dat is niet alleen een heel gevoelige, want toch een beoordelende – lees: er kan gemakkelijk een oordeel in gelezen worden – kwalificatie, maar het ligt toevalligerwijs ook geheel in lijn met mijn opvatting over de samenstelling van deze – en vorige – commissie.[2] En met deze constatering kan ik mijn belangrijkste conclusie – in het vervolg ook van mijn vorige blog – trekken: hier is sprake van twee schuldigen in dit heftige debat, te weten Staats Van Rijn én deze Kamercommissie, of in omgekeerde volgorde: de Commissie én de bewindspersoon zelf.
Waarmee ik direct ook traditie doorbreek door de Kamer(leden) altijd de als wijze, ‘gelijkhebbende’ partij te kwalificeren, want binnen een democratisch bestel heeft de volksvertegenwoordiging altijd gelijk, die door de kiezer wordt uitverkoren en de kiezer heeft altijd gelijk. Klinkklare nonsens, met name in deze tijden waarin de politieke partijen in hun totaliteit niet meer dan 2 procent van de bevolking weten te boeien en te trekken.
Dat beide partijen in mijn ogen schuld hebben, kan ik als volgt verklaren. Van Rijn heeft onmiskenbaar te zwaar gegokt op de goede afloop en de bestaande twijfels en negatieve adviezen naast zich neergelegd. Maar dat is nog geen reden tot een Kamermotie van wantrouwen, want dit kan ik met de beste wil van de wereld niet zien als een persoonlijk of functioneel falen van deze staatssecretaris. Ik heb eerder al geschreven dat er nooit een deadline gesteld had moeten worden, omdat er ook stilzwijgend met alle praktische getroffen noodmaatregelen ook een uitstel van een half jaar in acht genomen kon worden. Waarom? Dan was het met een sisser afgelopen en dat deze bijeenkomst helemaal niet gepland hoeven te worden.
Dit vanuit de logica geredeneerd dat als er wel iets grondig mis was gelopen met de reorganisatie van de SVB, er luidkeels alarm was geslagen door de media. Iedereen zat immers te wachten op het moment suprême waarmee het bewijs was geleverd dat de Staats écht gefaald had en dan was de motie van wantrouwen een formaliteit.
Waarmee maar gezegd en beweerd wil worden dat deze Kamercommissie voor haar beurt heeft gesproken en dat past geheel in het omschreven karakter van ‘druistigheid’ van deze commissie. Daarom was dit laatste debat ook niet om aan te horen door een neutrale toeschouwer, zoals ik dat beschreven heb. Dit is in mijn ogen een aanfluiting van de werkwijze van het parlement en geen wonder dat velen afhaken van dit wildemans gekrijs en gezwets in de ruimte.
Als man kom ik dan ook – met een veertig jarige ervaring als toehoorder van parlementaire debatten – tot mijn huldebetoon aan Martin van Rijn dat hij zich zo beheerst (ook per tweet die dag de ether in gestuurd) heeft opgesteld. Normaal gesproken word je knettergek van zulke debatten, waarin eigenlijk alleen maar vrouwelijke emoties doorklinken. Ik meen ook het recht te hebben dit zo vast te stellen omdat ik hiermee probeer de grenzen van betamelijkheid binnen de democratie te verdedigen. Dit debat en ook het soortgelijke onder Veldhuijzen van Zanten, zoals ik dat beschreef in Vrij Nederland, was er een waarvan de grenzen van betamelijkheid in mijn gevoelservaring maar ook rationeel overschreden was. Dit laatste debat was dus volstrekt overbodig. Mijn afkeer van dit parlement – qua personele samenstelling – is alleen maar gegroeid. Ik hoop dat ik ooit nog weer eens respect kan opbrengen …
Tot slot dus ook mijn blijk van waardering aan Pia Dijkstra, dat ze haar gevoel en twijfels na een eerste woedeopwelling weer heeft laten spreken en zich daarom niet heeft vastgebeten in haar motie. Want dan was ieder respect voor haar, zoals uit dit betoog mag blijken, verdwenen. Niet alleen voor haar maar ook voor de D66-fractie, die geheel is meegegaan in de verrotte – opzwepende en hyperige – cultuur van dit parlement.
Slotconclusie kan aldus worden samengevat. De uitspraak ‘Als er een deal is gesloten, zeg dat dan gewoon’ is van de meest huichelachtige soort die denkbaar is. Zo werkt het al decennia niet en zelfs nergens ter wereld in een parlementair bestel.
[1] Of: Onstuimig, opbruisend, opstuivend; driest; grof
[2] https://aquariuspolitiek.wordpress.com/2015/06/10/redacteur-lex_oomkes-trouw-meent-dat-van-rijn-de-les-van-thorbecke-vergeten-is-maar-ten-onrechte-pgbdebat-mjrijn/