Een interessant artikel van Marcel Canoy (http://www.economie.nl/weblog/zwitserland-als-lichtend-voorbeeld-voor-nederland-not), waarbij ik een aantal aanvullende vragen stel aan Canoy, want als niet-vakeconoom – slechts het bijvak economie gedaan naast sociaal-economische geschiedenis in mijn opleiding tot politiek filosoof (vroeger politicologie genoemd).
De eerste vraag is voor mij het ‘raadsel’ van Zwitserland (naast Luxemburg en Oostenrijk) met hun hoge ratings, terwijl dat centraal-Europese land zijn financiële kracht toch niet alleen van het bankgeheim, horlogerie en geitenkaas moet of kan hebben. En dan te zwijgen van Luxemburg, dat ook een bankgeheim kent, maar dan in ‘het klein’ als ik de kranten goed gelezen heb. Zwitserland heeft natuurlijk, zoals ook Oostenrijk, een winterse (en in mindere mate zomerse) toeristenindustrie, maar daar wordt het land niet echt rijk van. Daarmee beide Alpenlanden te vergelijken met zuidelijke eurolanden die vóórnamelijk bestaan uit een toeristenindustrie, en hun zwakke ratings maken duidelijk dat er een levensgroot verschil bestaat tussen Zwitserland en de gehele zuidelijke regio dat te weinig exporteert. Met Wikipedia kom ik niet veel verder dan vage bbp’s per land als ik probeer een overzicht te genereren – de economen van ESB kunnen mij ongetwijfeld een handje helpen! – en de wijze waarop dat is opgebouwd per land. Ik fantaseer dan maar op mijn manier als ik de Zwitsers een calvinistische volksaard toeschrijf (Calvijn was immers Zwitser!), waardoor begrotingsdiscipline van dat bergvolk altijd sterk was. Zwitserland heeft een lange neutraliteitstraditie en dat is waarschijnlijk ook de reden dat het land buiten WO2 is gebleven en nu waarschijnlijk ook buiten de EU wenst te blijven. Canoy schrijft overigens dat Zwitserland (en Noorwegen) hun rijkdom ‘niet in de laatste plaats te danken hebben aan respectievelijk het bankgeheim en de gasvoorraden. Hieruit leid ik af dat deze kenmerken inderdaad essentieel zijn, maar dat vergroot mijn raadsel eens te meer omdat er wel megareserves in de bankkluizen liggen opgeslagen, maar die kunnen niet tot het bbp en dus van de eigen maakindustrie van het land gerekend worden, lat staan ingezet. Maar hier ontbreekt mij essentiële kennis in de economische leer. Of zit ik er hiermee helemaal naast? (Dit was een reactie op ‘Ten tweede’ in Canoy’s betoog)
Noorwegen en andere Scandinavische landen, waaronder in ieder geval Denemarken, lijken erg op Nederland voor wat betreft eigenzinnigheid en gevoelens van trots en autonomie onder de bevolking en daarom heeft het laatst genoemde land ook tegen het EU-referendum gestemd. Maar ook van de Noorse economie weet ik te weinig, en heb ik recentelijk gelezen dat in dat land succesvol met minderheidskabinetten wordt gewerkt en dat is dus het omgekeerde verhaal als in ons land, dat nu voor het eerst hiermee kennismaakt. Maar dat zal voor ons land een blijvend verschijnsel worden aangezien ons zuilenbestel is geïmplodeerd en die zuilen vormde het unieke Nederlandse pacificatiemodel (Lijphart). Verdwijnen de zuilen, dan verdwijnt ook het pacificatiemodel en worden er voortaan minderheidscoalities gebouwd. Wel blijft overigens het poldermodel bestaan aangezien ons land altijd tegen water heeft gestreden en dat maakte samenwerking noodzakelijk.
Over ‘Ten derde’ met de opmerkingen over bilaterale verdragen zal iedereen het eens kunnen zijn en wat er staat bewijst alleen maar de financiële en economische verwevenheid van de mondiale economie (mondialisering/globalisering).
‘Ten vierde’ is een interessant punt, maar volgens mij neemt Zwitserland wel degelijk asielzoekers op, maar zal als eventueel nieuw EU-lid veel meer moeten worden vanwege de bestaande quota’s. Daarover zal ongetwijfeld een referendum worden gehouden, maar de uitkomst zou best dubieus kunnen zijn: dat land is nog meer in zichzelf gekeerd dan ons calvinistische land en dus vermoed ik dat de Zwitsers eeuwig aan hun neutraliteit zullen blijven ‘hechten’. Omgekeerd zal Zwitserland ook eerst willen afwachten of de EU ooit nog een gezond economisch ‘blok’ zal worden want anders moet er ook een formidabele financiële inzet worden gepleegd ten aanzien van de Europese noodfondsen, dat naar rato van het bbp zijn. De Zwitsers zullen met afgrijzen kijken naar de Duitsers die een enorme bijdrage moeten leveren.
Over ‘Tot slot’ heb ik (nog) geen mening of oordeel, want eerst moet de EU zelf financieel , economisch en begrotingstechnisch op orde worden gebracht en speelt mijns inzien nog steeds de cruciale vraag een rol: redt de EU het met de euro of niet, want indien de euro er niet bovenop komt, wordt onze munt weggeconcurreerd en zou het niet ondenkbeeldig zijn dat de EU ooit failliet wordt verklaard en dat dit experiment van het Europese Huis ten dode gedoemd is. Te pessimistisch? Nee, het is simpelweg een gevolg van een opbouw van dat Huis door een aantal politieke architecten, die in de achterkamertjes een en ander hebben uitgebroed en de latere miscommunicatie vanuit Brussel deed de rest, dat wil zeggen deed Europa de das om: het ‘democratisch tekort’ is voor een traditioneel geciviliseerd en cultureel rijk continent een doodsteek. En in dat geval wordt het ook mogelijk dat de implosie van de euro ook de andere wereldvaluta’s meesleurt in een mondiale ondergang van de economische huishouding. En dan hebben de vraagstukken als nieuwe toetreders tot de EU geen zin meer. Alleen Zwitserland blijft bestaan, bij wijze van spreken. In tegenstelling tot Pepijn van Houwelingen vind ik echter de Europese Unie geen onzalige gedachte, maar zie ik de Unie als onvermijdelijk vanwege de eerder genoemde mondialisering. Alleen is de euro als gevolg van het Verdrag van Maastricht te snel, te ondoordacht en alleen op politieke gronden ingevoerd en daarvan hebben inmiddels de schade ondervonden. Nooit meer zo’n belachelijk experiment! Dergelijke ‘projecten’ moeten ‘organisch en evolutionair’ groeien en kunnen al helemaal niet op de tekentafels van Brussel ontwikkeld worden. Dat getuigde van een enorme kortzichtigheid en naïviteit, en daarom is wat mij betreft de Economische Unie (als uitvloeisel van de EMU) het eindstation en komt er geen Politieke Unie. Want de soevereine lidstaten blijven gewoon bestaan. En hiermee hoop ik een aantal vragen te hebben opgeworpen die het debat van Marcel Canoy zullen voortzetten. Want dat debat is broodnodig en we hebben het al te lang zonder moeten stellen. We kunnen het ook niet aan de regeringsleiders overlaten want zij hebben de huidige chaos veroorzaakt.